Duits Flashcards
bekommen
krijgen
brauchen
nodig hebben
heute
vandaag
keine ahnuge
geen idee
nur
maar, slechts
reichen
genoeg zijn
die Schulsachen
de schoolspullen
sogar
zelfs
das Taschengeld
het zakgeld
die Woche
de week
das Angebot
de aanbieding
fast
bijna
gefallen
bevallen
das Geschäft
de winkel
der laden
de winkel
die lieberlingsfarbe
de lievelingskleur
der Rabatt
de korting
sofort
meteen, direct
teuer
duur
wählen
kiezen
rood
rot
blauw
blau
wit
weiß
zwart
schwarz
de broek
die hose
de jas
die jacke
de trui
der pullover
de jurk
das Kleid
de rok
der rock
het overhemd
das hemd
de schoen
der Schuh
de bloes
die bluse
ausgeben
uitgeven aan
außerdam
bovendien
bisher
tot nu toe
denn
want
deswegen
daarom
die klamotten
de kleren
manchmal
soms
die Markenkleidung
de merkkleding
nennen
noemen
trotzdem
toch
bunt
bond
erzählen
vertellen
jeden Monat
elke maand
das konto
de bankrekening
meistens
meestal
toll
super
übringens
trouwens, overigens
umtauchen
ruilen
unbedingt
zeker, echt
die Zeitschrift
het tijdschrift
maandag
der montag
dinsdag
der dienstag
woensdag
der Mittwoch
donderdag
der Donnerstag
vrijdag
der feitag
zaterdag
der samtag
zondag
der sonntag
het weekeinde
das Wochenende
zaterdagavond
der Samstagabend
zondagochtend
der Sonntagmorgen
