DSL kabel en fiber Flashcards

1
Q

FDM

A

Frequency Division Multiplexing, hier ga je de bandbreedte opdelen in frequentiegebieden. Denk bv. aan radio, elke zender heeft een eigen frequentie. Je hebt hier ook een guardband nodig echter, anders krijg je nogsteeds overlappingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

TDM

A

Time Division Multiplexing. Hier krijgt iedereen om te beurt het volledige kanaal. Dit is echter verspilling van bandbreedte als er veel bandbreedte beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

STDM

A

Statistical Time Division Multiplexing. Dit is een betere versie van TDM, als er een gebruiker is die niets met het kanaal doet, wordt hij overgeslagen en krijgen de mensen die het kanaal wel gebruiken meer tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Simplex

A

Verkeer is enkel mogelijk in 1 richting, bv. Radio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Half duplex

A

Verkeer gaat in 2 richtingen, maar niet tegelijk, bv. walkietalkie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Full duplex

A

Verkeer gaat tegelijk in beide richtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Baudrate en bitrate

A

Baudrate is het aantal signalen je per tijdseenheid kan verzenden, bitrate het aantal bits per tijdeenheid. Als je slechts 2 dataniveaus hebt, bv. 0v = 0 en 5v = 1, dan is bitrate = baudrate. Als je echter meerdere niveaus hebt, je kan bv. per volt opsplitsen, dan heb je dezelfde baudrate maar stijgt de bitrate.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Scrambling/unscrambling

A

Soms is het lastig voor een computer om het verschil te zien bij veel opeenvolgende nullen, zo weet de computer niet of de andere gebruiker is weggevallen bv. Om dit tegen te gaan gaat de zender grote blokken nullen vervangen door een onmogelijke code. De ontvanger gaat deze onmogelijke code vervolgens terug omzetten in de reeks nullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Huffman Encoding

A

Hier gaan we kortere waardes toekennen aan karakters die statistisch het vaakst voorkomen. een e wordt voorgesteld als 1111 ipv 01011000. De zender en ontvanger moeten beiden dan wel weten dat deze encoding gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lempel-Ziv Encoding

A

De zender en ontvanger hebben een buffer van de datastream. Een algoritme maakt een boomstructuur van alle strings. Als een string reeds gekend is in de tree verstuurt deze een pointer naar de string ipv. de volledige string

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Modulatie

A

Dit is de soort techniek die gebruikt wordt door een modulator om informatie onder te brengen in een draaggolf. Je hebt verschillende soorten modulatie zoals AM, FM en PM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

AM

A

Amplitude Modulation. De amplitude (LUID - stil) van het signaal wordt aangepast afhankelijk van of er een 0 of 1 gestuurd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

FM

A

De frequentie wordt lichtjes aangepast (kort - lang) afhankelijk van welke informatie er gestuurd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

PM

A

De fase van het signaal wordt aangepast. Dan gaan we van het laagste punt in de golf ineens wisselen naar het hoogste punt. Deze modulatie heeft echter veel energie nodig en heeft veel storingen op hoge frequenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

QAM

A

Quadrature Amplitude Modulation is een combinatie van amplitude en fase. Omdat we vaak sensitievere meetapparatuur hebben kunnen we verschillende amplitudes meten. We kunnen bij bv. QAM16 16 verschillende waardes definieren, elke waarde heeft dus 4 bits waardoor elk signaal 4 bits tegelijk kan sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

FEC

A

Forward Error Correction

17
Q

Cliff effect

A

Cliff effect is een situatie die zich voor doet bij digitale signalen. Bij een digitaal signaal, bv. DAB heb je oftewel een goed signaal of niet. Als je dekking dus verliest dan valt je verbinding als een klif naar beneden. Dit is niet bij een analoog signaal zoals bv. FM radio, de kwaliteit vermindert dan enkel.

18
Q

Wat is het verschil tussen het gebruik van TDM en STDM

A

Bij TDM ga je elke gebruiker even lang de volledige bandbreedte geven, ongeacht of hij deze volledige bandbreedte gedurende heel die tijd nodig heeft. Bij Statistical TDM ga je meer tijd alloceren aan de gebruikers die effectief de bandbreedte meer gebruiken.

19
Q

Leg uit hoe QAM modulatie werkt.

A

Quadrature Amplitude Modulation is een combinatie van amplitude en fase. Omdat we vaak sensitievere meetapparatuur hebben kunnen we verschillende amplitudes meten. We kunnen bij bv. QAM16 16 verschillende waardes definieren, elke waarde heeft dus 4 bits waardoor elk signaal 4 bits tegelijk kan sturen.

20
Q

Waarom is er bij de meeste internetverbindingen een verschil in upstream en downstream verkeer?

A

Een gebruiker gaat vaker meer downloaden dan uploaden. Er is dus asymmetrisch verkeer.

21
Q

Wat is er verbeterd bij ISP’s in verband met ruis?

A

Vroeger werd een signaal 2x omgezet van digitaal naar analoog, eenmaal van thuis tot de telefooncentrale en vervolgens nogmaals van de centrale naar de internet service provider. Nu wordt er enkel nog omgezet van thuis naar de telefooncentrale. Elke omzetting brengt ruis met zich mee, dus hoe minder omzettingen hoe beter.

22
Q

Hoe werkt echo cancellation en wat kan je er mee doen?

A

Bij echo cancellation ga je up en downstream tegelijk gebruiken op dezelfde frequenties. Aangezien je je upstream weet kan je deze uitfilteren van wat er binnenkomt. DOWNLOAD = (UPSTREAM + DOWNSTREAM) - UPSTREAM

23
Q

Waarvoor staat de A bij ADSL en wat betekent deze?

A

Asymmetrisch. Dit betekent dat upload en download niet evenredig verdeeld is. Er wordt meer gedownload dan geupload dus wordt er meer bandbreedte vrijgehouden voor downloads.

24
Q

Hoe werken subkanalen bij DMT modulatie?

A

Bij Discrete Multi Tone ga je je kanaal nogmaals opsplitsen in een hoop kleinere kanalen. Een 1 MHz kanaal wordt over 256 kanalen van 4KHz verdeeld. Elk subkanaal gaat vervolgens QAM gebruiken voor nog meer data door te sturen.

25
Q

Wat zijn de belangrijkste verbeteringen bij ADSL2+

A
  • Hogere snelheid door kortere afstand tot DSLAM (DSL Aggregator Module)
  • Uitbreiding van het frequentiespectrum tot 2.2MHz
  • Realtime meting SNR
  • Low power modus
26
Q

Wat is een realtime S/R monitor?

A

De ontvanger en zender gaan heel de tijd de signaal / ruisverhouding meten ipv enkel bij opstart en indien er teveel ruis is schakelen ze beiden over naar een beter kanaal.

27
Q

Welke aanpassingen moesten er aan de kabel gebeuren voor het gebruik van de nieuwe kabeldiensten?

A
  • Er moest meer glasvezel komen want er is meer bandbreedte nodig en meer upstream verkeer
  • Er worden bidirectionele versterkers geplaatst. Niet enkel downstream maar ook upstream nu
  • Boomstructuur van vroeger wordt nu sterstructuur in residentiële gebieden.
28
Q

Wat is HFC?

A

Hybrid Fibre Coax, het is een manier voor de last mile om huizen van internet te voorzien. Er ligt glasvezel tot aan de node, dat is de kast die in een straat staat, en van daar wordt er coax gebruikt om naar de huizen te gaan aangezien het leggen van glasvezel te duur is.

29
Q

Wat is dispersie en wat zijn silitonen?

A

Dispesie is het probleem dat de lichtgolf bij fiber zich gaat verbreden over lange afstanden. Dit wordt tegen gegaan door deze golven uit te cancellen, deze golven noemen silitonen.

30
Q

Wat is the last mile in verband met Powerline technology?

A

Je zou in plaats van fiber of coax naar he huis te kunnen leggen voor internet, ook de data meeversturen als een modulatigolf op een lage voltslijn (220V), hierdoor zou je internet uit het stopcontact kunnen halen. Je kan het dus niet verder gebruiken dan de transformator in de elektriciteitskast omdat deze de spanning verandert en de modulatie verdwijnt.

31
Q

Geef enkele voorbeelden van het gebruik van powerline technologie.

A
  • Aansturen straatverlichting
  • Doorsturen data slimme elektriciteitsmeters
  • Wired binnenhuisnetwerk als je geen kabel liggen hebt
32
Q

Geef de belangrijkste verschillen tussen een circuit en een packet switched netwerk

A

Circuit:
- Vast pad waarlangs alle communicatie verlooopt
- Volledige bandbreedte wordt gebruikt.
- Data komt in volgorde aan
Pakket:
- Data wordt in pakketten opgedeeld en krijgt volgnummers
- Elk pakket kan een ander pad volgen
- Pakketten komen niet altijd in volgorde aan
- Bandbreedte hangt af van het pad dat genomen wordt.
`