dranken Flashcards
1
Q
het water
A
2
Q
bruisende (spa rood)
A
frizzante
3
Q
plat water (spa blauw)
A
naturale
4
Q
het sap
A
succo
5
Q
het bier
A
birra
6
Q
de thee
A
thé
7
Q
de koffie
A
caffè
8
Q
de wijn
A
vino
9
Q
A