Doorsneden, vlakken en richtingen (Nederlands -> Latijn) Flashcards
1
Q
Horizontale doorsnede
A
Horizontale vlak
2
Q
Doorsnede van voor naar achter
A
Sagittale vlak
3
Q
Doorsnede van voor naar achter precies in het midden
A
Mediane doorsnede
4
Q
Doorsnede van links naar rechts
A
Frontale doorsnede
5
Q
Ver van de romp
A
Distaal
6
Q
Dicht bij de romp
A
Proximaal
7
Q
Centraal, in de diepte
A
Centraal
8
Q
Aan de zijkant
A
Perifeer
9
Q
Voorzijde
A
Anterior
10
Q
Achterzijde
A
Posterior
11
Q
Linker zijde
A
Sinister
12
Q
Rechter zijde
A
Dexter
13
Q
Richting de hersenen
A
Craniaal
14
Q
Richting de staart
A
Caudaal
15
Q
Buikzijde
A
Ventraal