Domein B1 en C1: Eiwitsynthese en zelforganisatie van cellen Flashcards
Wat zijn klievingsdelingen?
Dit is een celdeling waarbij het aantal gevormde blastomeren toeneemt, maar waarbij het totale volume onveranderd blijft. De klievingsdeling is de eerste stap in de embryonale ontwikkeling vanaf de zygote en gaat het morulastadium vooraf.
Waar liggen de deelweefsels van de mens? noem er 5?
- Het rode beenmerg
- De kiemlaag in je huid
- De groeizones in je botten
- De kiemlaag in de darmwand
- Oöcyten en spermatocyten in de geslachtsorganen
Hoe heten de deelweefsels van een plant? En waar zitten ze?
Meristemen
- Stengeltoppen
- In blad- en bloemknoppen
- In worteltoppen
In welke fase van de mitose zijn de chromosomen het beste zichtbaar?
In de metafase,
Hoe noem je genen met een abnormale activiteit die de celdeling bevorderen, en/of die een rol spelen bij het maken van enzymen die bij de celdeling nodig zijn.
Proto-oncogenen, tumoren ontstaan in meercellige organismen als de regeling van proto-oncogenen in de war is geraakt.
Wat is een suppressor?
Een gen die de celdeling stopt. Is deze uitgeschakeld dan kan dat leiden tot een tumor
Hoe kunnen signaalstoffen zorgen voor tumoren
->kanker?
Er zijn signaalstoffen die celdeling bevorderen en signaalstoffen die celdeling remmen. De signaalstoffen kunnen via de juiste receptor op het celmembraan de cel binnenkomen en daar het delingsproces beïnvloeden. Door allerlei oorzaken (o.a. mutaties) kunnen deze stoffen veranderd of afwezig zijn. Hetzelfde geldt voor de receptoren; deze kunnen ook door mutaties veranderd of afwezig zijn.
Wat is een nucleosoom?
Is een complex van DNA en histonen die verbonden zijn door een stukje los DNA. De nucleosomen op hun beurt liggen weer als een spiraal opgewonden.
Wat zijn de 2 belangerijke kenmerken van nucelosomen?
1= zorgen ze ervoor dat het ongeveer 2 meter lange DNA-molecuul in de celkern past. Dat gebeurt door het DNA te spiraliseren.
2= dat de code in het DNA rond de nucleosomen als het ware afgeschermd, waardoor deze delen van het DNA niet gebruikt worden als ze niet nodig zijn in cellen. Bepaalde enzymen kunnen een nucleosoom verschuiven, zodat dan weer andere delen van het DNA afgeschermd worden.
De desoxyribosemoleculen zijn onderling met elkaar verbonden door ……..
de fosfaatgroepen.
De basen worden onderling met elkaar
verbonden door …………
Waterstofbruggen
Wat is een gen?
Een stukje DNA dat de erfelijke code bevat om één of meer eiwitten te synthetiseren. Een gen levert de instructie voor een opbouw van een bepaald eiwit (vaak een enzym) en daarmee voor een erfelijke eigenschap in een organisme.
Wat zijn transcriptiefactoren?
Enzymen die er samen voor zorgen dat RNA-polymerase wel of niet gebonden wordt aan het DNA. Zij bepalen in feite of een bepaald gen wel of niet wordt afgelezen. Dan hebben we het over genregulatie
Waar begint de transcriptie?
Op een plaats met een specifieke DNA-volgorde, de promotor. Het is de plaats waar het RNA-polymerase bindt aan het DNA.
Bij een andere specifieke DNA-volgorde, ………., eindigt de transcriptie.
Terminator
Wat is een intron?
Delen binnen een gen die niet coderen voor aminozuren.
Wat is een exon?
Delen in een gen die wel codes bevatten voor aminozuren.
Waarom wordt mRNA ookwel pre-mRNA genoemd?
Het mRNA, bevat zowel de code van de introns als de exons. Voordat het mRNA de kern verlaat, wordt het nog gewijzigd. Aan het begin (de 5’-kant) wordt een gewijzigde G-nucleotide geplaatst en aan het eind een variabel aantal A-nucleotiden. Deze toegevoegde stukjes spelen een rol bij het transport van mRNA naar het cytoplasma en bij de eiwitsynthese. Vervolgens knippen enzymen de introns uit het mRNA; dit proces heet splicing. Het mRNA is nu klaar en gaat vanuit de celkern naar het cytoplasma voor de eiwitsynthese.
Wat is epigenetica?
De studie van erfelijke veranderingen in de genfunctie die optreden zonder dat de DNA-sequentie (nucleotidenvolgorde) wijzigt. Bij epigenetica is er op moleculair niveau iets gebeurd waardoor een kenmerk van het individu is veranderd, zonder dat de genen zelf gewijzigd zijn.