Docent&Studiegenoten Flashcards
Welk type management hangt samen met IaaS?
A. Application management
B. Platform management
C. Infrastructure management
Juiste antwoord:
C. Infrastructure management
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
2.1, pag 38
Welke virtualisatiedienst valt binnen IaaS?
A. Virtual networking
B. Virtual memory management
C. Virtual service brokering
Juiste antwoord:
A. Virtual networking
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
14.6.4, pag 382
Wat is een voorbeeld van een non-functional attribute?
A. Stability
B. Usability
C. Functionality
Juiste antwoord:
A. Stability
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
1.1, pag 47
Wat is de formule voor MTBF:
gegeven:
1000 disks test
Testtime = 3 maanden waarvan 5 disks failures
dus in één jaar is het 4 x 5 disks = 20 defecte disks
Aantal Disks x 365dagen x 24uren = aantal hours
MBTF formule:
Aantal Disks x 365dagen x 24uren = aantal hours/20 = aantal uren/failures
Van George
1000 x 365dagen x 24uren = 8.760.000 /20
dus MTBF = 438.000hours/failures
Referentie juiste antwoord studiemateriaal: Les 1,
4.2.2.1, pag 55
Een fabrikant van moederborden test 2000 moederborden gedurende 6 maanden. In die periode gaan er 8 moederborden stuk. Wat is in dit geval de MTBF?
A. 250 hours/failure
B. 3000 hours/failure
C. 1.095.000 hours/failure
Juiste antwoord:
C. 1.095.000 hours/failure
uitwerking:
2000 x 365 x 24 = 17520000 / 16 = 1095.000 hours/failures
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
4.2.2.1, pag 55
Vraagtekst:
Als de daadwerkelijke performance van een systeem niet verhoogd kan worden, wat is dan een methode om de ervaren ‘perceived’ performance te verhogen?
A. Snellere CPU
B. Gebruik van progress bars
C. Gebruik van virtualisatie
Juiste antwoord:
B. Gebruik van progress bars
B2. Splash screen
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
5.2, pag 71
Vraagtekst:
Wat gebeurt er bij een ‘stresstest’?
A. Systeem laat zien hoe het presteert onder de verwachte werkdruk
B. Systeem laat zien hoe het presteert onder aanhoudende werkdruk
C. Systeem laat zien hoe het presteert onder extreme werkdruk
Juiste antwoord:
Stress test laat zien:
C. hoe een Systeem presteert onder extreme werkdruk (‘load’)
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
5.4.2, pag 78
Vraagtekst: Wat is een maatregel die hoort bij verticale schaling? A. Toevoegen van extra geheugen B. Toevoegen van extra servers C. Toevoegen van een load balancer
Juiste antwoord:
A. Toevoegen van extra geheugen
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
5.5.7, pag 83
Vraagtekst: Tot welke laag van het OSI-model hoort wifi? A. Datalinklaag B. Netwerklaag C. Transportlaag
Juiste antwoord:
A. Datalinklaag
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.2.3, pag 159
Vraagtekst: Wat is een geldig IP4-adres? A. 192.168.1.1 B. 358.127.5.6 C. 2001:0bb8:86b2:0000:0000:8b3e:1350:7c34
Juiste antwoord:
A. 192.168.1.1
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.2.4.2, pag 165
Vraagtekst:
Welke uitspraak over VLAN is correct?
A. VLAN’s gaan uit van een centrale switch
B. VLAN’s zijn een sterke manier van beveiligen
C. VLAN’s worden gebruikt om eindpunten te groeperen
Juiste antwoord:
C. VLAN’s worden gebruikt om eindpunten te groeperen
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.3.1, pag 184
Vraagtekst: Wat is GEEN onderdeel van een algemene SDN-architectuur? A. Network plane B. Data plane C. Control plane
Juiste antwoord:
A. Network plane
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
Artikel Software Defined Networking, figuur 4
Vraagtekst:
Wat is een manier om de beschikbarheid (‘availability’) van een netwerk te verhogen?
A. Gebruik van Spanning Tree
B. Gebruik van Network Address Translation
C. Gebruik van Path Vector Routing
Juiste antwoord:
A. Gebruik van Spanning Tree
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.4.4, pag 191 (8.2.5.2 en 8.2.4.5 voor de afleiders)
Voor gamers is het belangrijk dat een netwerk weinig vertraging kent bij het verzenden van gegevens. Welke eigenschap van netwerken is dit?
A. Bandwith
B. Troughput
C. Latency
Juiste antwoord:
C. Latency
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.5.2, pag 196
Vraagtekst:
Voor welke toepassing is een focus op QoS het meest voor de hand liggend?
A. Netflix
B. WeTransfer (= overdracht van grote bestanden)
C. E-Connect
Juiste antwoord:
A. Netflix
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
8.5.3, pag 196
Vraagtekst: Welke CPU’s worden wereldwijd het meest gebruikt? A. Intel B. AMD C. ARM
Juiste antwoord:
C. ARM
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
10.2.2.4, pag 261
Welke uitspraak over de BIOS is correct?
A. De BIOS is onderdeel van het operating system
B. De BIOS is het eerst wat een computer uitvoert bij opstarten
C. De BIOS is een onveranderbaar stuk programmacode
Juiste antwoord:
B. De BIOS is het eerst wat een computer uitvoert bij opstarten
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
10.2.3.2, pag 264
Vraagtekst: Wat is een mogelijk nadeel van computervirtualisatie? A. Toename in beheerinspanningen B. Toename van kosten C. Afname van security
Juiste antwoord:
A. Toename in beheerinspanningen
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
10.2.5.2, pag 271
Vraagtekst: Tegen welke fouten beschermt machinevirtualisatie niet? A. Uitvallen van hardware B. Uitvallen van besturingssystemen C. Uitvallen van applicaties
Juiste antwoord:
C. Uitvallen van applicaties
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
10.2.2.4, pag 261
Vraagtekst:
Welke uitspraak over superscalaire (‘superscalar’) CPU’s is juist?
A. Deze technologie is specifiek voor INTEL
B. Het is een manier om de performance te verbeteren
C. Deze technologie vereist meerdere cores
Juiste antwoord:
B. Het is een manier om de performance te verbeteren
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
10.4.2.5, pag 310
Vraagtekst: Wat is GEEN hoofdtaak van een operating system? A. Proces scheduling B. Memory management C. Application management
Juiste antwoord:
C. Application management
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
11.2, pag 319
Vraagtekst: Wat is de meest logische bottom-upvolgorde van lagen binnen een operating system? A. Drivers – Kernel – API’s B. API’s – Drivers – Kernel C. Kernel – API’s – Drivers
Juiste antwoord:
A. Drivers – Kernel – API’s
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
11.2 pag 319
Vraagtekst: Om hoge(re) beschikbaarheid te realiseren kan men clustering gebruiken. Wat is een mogelijke clusteringoplossing? A. Passive/passive cluster B. N-1 clustering C. N+N clustering
Juiste antwoord:
C. N+N clustering
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
11.3.1, pag 337
Vraagtekst:
Welke uitspraak over de performance van een operating system is juist?
A. De tuning van een operating system heeft grote invloed op de performance van het operating system.
B. De performance van een operating system wordt sterk beïnvloed door de gebruikte applicaties.
C. De performance van een operating system wordt nauwelijks beïnvloed door hardwarefactoren.
Juiste antwoord:
B. De performance van een operating system wordt sterk beïnvloed door de gebruikte applicaties.
Van docent Serge
Referentie juiste antwoord studiemateriaal:
11.4, pag 341