DNA schade en reparatie Flashcards
1
Q
welke soorten mutaties zijn er?
A
- puntmutaties (transities en transversie)
- frameshift mutaties
- splice mutaties
2
Q
missense mutatie
A
- 1 nucleotide is anders
- er ontstaat dus 1 ander aminozuur in het eiwit
- de lengte blijft hetzelfde
3
Q
nonsense mutatie
A
- 1 nucleotide is anders
- zorgt voor een stopcodon
- het eiwit is korter
4
Q
silence mutatie
A
- 1 nucleotide is anders
- codeert nog steeds voor hetzelfde aminozuur
- geen gevolgen
5
Q
frameshift (insertie)
A
- 1 of meer nucleotiden worden er tussen gevoegd
- heel de nucleotidevolgorde schuift op (leesraam veranderd)
- hierdoor kan je eerder een stopcodon tegen komen en kan het eiwit korter zijn
- is de insertie ver in het begin wijkt het eiwit ook veel af van het originele eiwit → andere aminozuren, geheel andere vouwing
6
Q
frameshift (deletie)
A
- 1 of meer nucleotiden worden verwijderd
- het leesraam veranderd
- eerder stopcodon tegen komen —> korter eiwit
- is de deletie ver in het begin wijkt het eiwit ook veel af van het originele eiwit → andere aminozuren, geheel andere vouwing
- gebeurt een insertie of deletie in veelvoud van 3 heeft het geen gevolgen voor het leesraam
7
Q
splice acceptor mutatie
A
- splice acceptor: AG
- mutatie is bv. AT
- exon wordt tot een intron gerekend en het mRNA mist een exon
8
Q
splice donor mutatie
A
- splice donor: GT
- mutatie is bv. TT
- intron wordt tot een exon gerekend en het mRNA heeft er nu een intron bi
9
Q
Wat veroorzaakt DNA schade?
A
- foutieve replicatie
- chemische instabiliteit
- chemische verbindingen
- biologische stoffen (kankerverwekkende stoffen)
- fysische agentia (bv. UV-straling)
10
Q
wat voor soort DNA beschadigingen?
A
- chemische adducten (adducten: binding van een stof aan een nucleotiden)
- intrastreng crosslinks (binnenin een streng)
- interstreng crosslinks (tussen 2 strengen)
- DNA strengbreuken (single of dubble)
- basepaar mismatches
11
Q
Cockayne syndroom (CS)
A
- autosomaal recessief
- symptomen
- zongevoeligheid
- groeiachterstand
- neurologische achteruitgang
- netvliesafwijkingen
- versnelde veroudering
- GEEN huidkanker
- zeldzaam (1:250000)
- oorzaak: TC-NER defect
- 2 genen: CSA en CSB
- sommige kinderen ook nog + mutatie inXP genen
12
Q
Xeroderma pigmentosum (XP)
A
- autosomaal recessief
- symptomen
- zonlichtgevoelig
- droge, harde huid
- pigmentatie afwijking
- cataract
- huidkanker (>2000x)
- versnelde neurologische achteruitgang
- zeldzaam (1:250000)
- oorzaak: GG-NER defect ten minste 8 genen (XPA, XPB,..XPG)
- ‘children of the Moon’
- rigoreuze bescherming tegen blootstelling aan UV- en zonlicht
- speciale beschermde kleiding
- regelmatige dermatologische controle en behandeling