die bremer stadtmusikanten Flashcards

1
Q

hoe heet de ezel

A

grauschimmel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heet de jachthond

A

packan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heet de kat

A

bartputzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe heet de haan

A

rotkopf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe zouden de dieren doodgaan?

A

verhongeren, doodgeslagen, verdrinken en kop eraf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de diepere betekenis?

A

gaat in op de sociaalutopische wensen van de onderste laag van de burgerij in de 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurde er in het rovershuis?

A

kat sprong op gezicht van rover en krabte het gezicht open, de hond beet in de been van de rover, de ezel gaf een schop aan de rover en de haan kraaide vanaf de balk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zei de rover dat er gebeurde?

A

een heks krabde met haar lange nagels ik zijn gezicht, een man stak hem met een mes in zijn been, een monster sloeg hem met een knuppel en een rechter die riep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly