diagnose/beh Flashcards

1
Q

beh koorts

A

setpoint verlagen + bewaken wartmeverlies

  • goede hydratatietoestand
  • antipyretica (ASA & paracetamol, NSAIDs, Meperidine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beh dystenterie dr Salmonella of Shigella

A

FQ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beh ernstige campylobacter diarree

A

macroliden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beh diarree dr protozoa/flagellaten (bv gardia lamblia)

A

5-NI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beh Clostridium difficile diarree (=AB-geassoc diarree)

A
stoppen oorz AB, rehydreren
metronidazole po (iv), vancomycine po 
fidaxomycine po (recidiverende C. D.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beh infectieuze diarree

A

(meestal zelflimiterend)

rehydreren, transitremmer, AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DD primaire HIV infectie

A

EBV / CMV / Toxoplasmose / Secundaire syphilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

test primaire HIV infectie

A
(pos 2-6w na besmetting)
gecombineerde test (Ag & As detecteren) + tweede specifiekere test als confirmatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beh HIV pt

A
  • combinatie v minstens 3 ART (2NRTI + 1 PI/NNRTI/INI)
  • (prim/secund) profylaxe v opportunistische infecties
  • andere preventieve maatregelen (pneumokokkenvaccin/influenzavaccin)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NRTI vb

A

zidovudine, lamivudine, emtricitabine,

abacavir, (nt RTI =>) tenofovir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PI vb

A

atazanavir, darunavir

-navir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NNRTI vb

A

nevirapine, efavirenz, etravirine, rilpivirine

-virapine, - virenz, -virine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

integrase-I vb

A

raltegravir, dolutegravir, elvitegravir

-gravir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fusie-I vb

A

enfuvirtide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CCR5-entry-I vb

A

maraviroc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

D Syphilis

A

serologie: screeningstest ELISA

- -> bevestiging dmv VDRL of RPR-titratie (activit) + TPHA of FTA-Abs (besmett)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

D gonorree

A

kweek v etter
of
PCR (urethrawisser/urine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

D NGU

A

PCR (urethrawisser/urine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

D herpes genitalis

A

klinisch

kweek of PCR (wisser)

20
Q

D buiktyfus

A

hoeksteen = bloedkweek (beste diagnosetechniek)
faeceskweek (pos bij 30-60% pt’en)
serologie (Widal-reactie): weinig nut (lage specific)

21
Q

D brucellose

A

bloedkweek (Castaneda bodem + langdurig kweken) of serologie

22
Q

D leptospirose

A

bloedkweek (tijdens bacteriëmische fase)

of serologische onderzoek

23
Q

D kattenkrabziekte

A

serologie
–> bevestiging mog dr anatomopathologisch onderz lymfeklier (Whartin-starry zilverkl)
PCR-diagnostiek op biopsie ook mogelijk

24
Q

DD kattenkrabziekte

A

aandoeningen met vergrote lymfeklieren

25
Q

D ziekte v lyme

A

obv kliniek & serologie
(ELISA = screening test -> immunoblot vr IgG en IgM = confirmatietest)
PCR (op huid- of synoviabiopsie & CSV)

26
Q

beh sepsis & septische shock

A

snelle diagnose + eradicatie infectiehaard + monitoring & ondersteuning OF vervangen v falende hemodynamica/orgaansystemen

=> anti-infectieus beleid
=> supportieve (intensieve) zorgen
=> (anti-inflammatoire modulatie)

27
Q

D tetanus

A

klinische symptomen

evt: EMG & geleidingsonderz (bevestiging)

28
Q

D pertussis

A

bevestiging dmv kweek (hoestplaat/nasofaryngeale wisser) of PCR (nasofayngeale wisser)
opm: serologische diagnostiek w ontwikkeld

29
Q

D influenza

A

kliniek

evt: virusisolatie of PCR (keelwisser)

30
Q

D mononucleosis infectiosa

A

bevestiging dr aanwezigh virocyten (atypische lymfocyten) & serologisch onderz

(heterofiele As: agglutinatie vr schapenRBC oiv agglutinines in serum)
(specifieke As tgn viraal capside-Ag en tgn nucleair Ag -> bevestigen diagnose)

31
Q

D cytomegalovirus

A

serologie (IgG, IgM)

soms: virusisolatie of PCR (bloed, BAL, urine, keelwisser)
biopsie: typische cellen met intranucleaire inclusies

32
Q

D herpes simplex virus

A

viruskweek
of PCR
of microscopisch onderz v biopsie
(multinucleaire reuscellen met typische inclusies)

33
Q

D varicella

A

kliniek, viruskweek of PCR

34
Q

D Hanta-virus

A

serologie

35
Q

D SARS/MERS

A

klinische diagnose -> bevestigd dmv PCR (respirat monsters) of serologie (laattijdig)

36
Q

labo allergische bronchopulmonale aspergillose

A

hoog totaal IgE specifieke IgE-antistoffen & IgG precipitines tgn Aspergillus

37
Q

D invasieve pulmonale aspergillose

A

klinische sympt en CT-grafische afwijkingen

-> bevestigen diagnose: biopsie, kweek, aantonen galactomannan in serum of BAL

38
Q

D toxoplasmose

A
serologisch onderz (IgG, IgM k soms > 1j pos zijn)
of PCR (weefsels/CSV)
39
Q

D malaria (KOORTS)

A

sneltest (obv antigendetectie) vr P falciparum en P vivax

dikdruppel + perifeer bloeduitstrijkje -> 2x herhalen bij volgende koortspiek indien initieel negatief

40
Q

Dengue of Chikungunya (KOORTS)

A

serologisch onderzoek

opm: Dengue h korte incubatietijd

41
Q

Rickettsiose (KOORTS)

A

serologisch onderz

opm: snelle therapeutische respons op toedienen doxycycline

42
Q

Katayama koorts (KOORTS)

A

anamnese: zoetwateropp
hoge eosinofilie (worm in contact met weefsels) !
serologische en parasitologische bevestiging volgt later

43
Q

Amoebenabces in lever (KOORTS)

A

echo of CTscan

serologie ter bevestiging

44
Q

D Clostridium difficile diarree

A

kweek of glutamaatdehydrogenase bepaling op stoelgang → gevolgd dr toxine-bepaling op stoelgang/kweek (ELISA, PCR)

45
Q

D

Giardia lamblia diarree???

A

niets, enkel bij langdurige diarree of immuungecomprommit pt’en mogelijks:

  • faeces kweek + antibiogram
  • rechtstreeks microsc onderz (opsporen parasieten)
  • endoscopie met biopsie