Deutsch Vocab Woche 1 - Weibliche Wörter Plural Flashcards
1
Q
die Frauen
A
de vrouwen
2
Q
die Lehrerinnen
A
de leraressen
3
Q
die Rosen
A
de rozen
4
Q
die Tulpen
A
de tulpen
5
Q
die Lilien
A
de lelies
6
Q
die Lampen
A
de lampen
7
Q
die Erden
A
de aardes
8
Q
die Bäckereien
A
de bakkerijen
9
Q
die Schneidereien
A
de snijderijen
10
Q
die Freiheiten
A
de vrijheden
11
Q
die Krankheiten
A
de ziektes
12
Q
die Wirklichkeiten
A
de werkelijkheden
13
Q
die Sußigkeiten
A
de zoetigheden
14
Q
die Freundschaften
A
de vriendschappen
15
Q
die Gesellschaften
A
de gezelschappen
16
Q
die Endungen
A
de uiteinden
17
Q
die Heizungen
A
de verwarmingen
18
Q
die Universitäten
A
de universiteiten
19
Q
die Kritiken
A
de kritieken
20
Q
die Nationen
A
de naties
21
Q
die Demokratien
A
de democratie (meervoud)
22
Q
die Kulturen
A
de culturen
23
Q
die Konsequenzen
A
de consequenties
24
Q
die Firmen
A
de bedrijven
25
die Nächte
de nachten
26
die Hände
de handen
27
die Flaschen
de flessen
28
die Uhren
de horloges
29
die Übungen
de oefeningen
30
die Freundinnen
de vriendinnen
31
die Mütter
de moeders
