Deutsch H1 Flashcards
1
Q
Hintergrund
A
Achtergrond
2
Q
Erfahrung
A
Ervaring
3
Q
Kaufhaus
A
Warenhuis
4
Q
Sachen
A
Spullen
5
Q
Altmodisch
A
Ouderwets
6
Q
Anfangen
A
Beginnen
7
Q
Anziehen
A
Aantrekken
8
Q
Aufwachsen
A
Opgroeien
9
Q
Aussehen
A
Eruit zien
10
Q
Bequem
A
Comfortabel
11
Q
Brauchen
A
Nodig hebben
12
Q
Farbig
A
Kleurrijk
13
Q
Faul
A
Lui
14
Q
Ganz
A
Heel
15
Q
Hässlich
A
Lelijk
16
Q
Hübsch
A
Knap
17
Q
Irgendwas
A
Iets
18
Q
Irgendwie
A
Op een of andere manier
19
Q
Lustig
A
Grappig
20
Q
Schick
A
Chique
21
Q
Sich leisten
A
Zich veroorloven
22
Q
Interessieren für
A
Interesseren voor
23
Q
Laden
A
Winkel
24
Q
Rabatt
A
Korting
25
Kasse
Kassa
26
Rechnung
Rekening
27
Angebot
Aanbieding
28
Ferien
Vakantie
29
Bremsen
Remmen
30
Leihen
Lenen
31
Schmücken
Versieren
32
Übrig
Over
33
Umtauschen
Ruilen
34
Wichtig
Belangrijk
35
Zeigen
Laten zien
36
Aufenthalt
Verblijf
37
Kunde
Klant
38
Rock
Rok
39
Urlaub
Vakantie
40
Art
Manier
41
Die Größe
De maat
42
Hose
Broek
43
Jacke
Jas
44
Kappe
Pet
45
Stimmung
Sfeer
46
Abenteuer
Avontuur
47
Bargeld
Contant geld
48
Erlebnis
Belevenis
49
Das Geschäft
De zaak
50
Kleid
Jurk
51
Anschließend
Aansluitend
52
Etwas ist klar
Iets is duidelijk
53
Es gibt
Er zijn
54
Sich beschweren
Zich beklagen
55
Sogar
Zelfs
56
Verzichten auf
Afzien van
57
Verbringen
Doorbrengen
58
Während
Tijdens
59
Wechseln
Wisselen
60
Müll
Afval
61
Rechner
Computer
62
Datei
Bestand
63
Erfindungen
Uitvindingen
64
Umwelt
Milieu
65
Bedürfnis
Behoefte
66
Verhalten
Gedrag
67
Daten
Gegevens
68
Billig
Goedkoop
69
Erfinden
Uitvinden
70
Erfolgreich
Succesvol
71
Entwickeln
Ontwikkelen
72
Gefallen
Bevallen
73
Gründen
Oprichten
74
Herstellen
Fabriceren
75
Leicht
Licht
76
Nachhaltig
Duurzaam
77
Preiswert
Goedkoop
78
Teuer
Duur
79
Unbrauchbar
Onbruikbaar
80
Weich
Zacht
