Descartes, Locke, Leibniz Flashcards

1
Q

Van welke stroming was Descartes een aanhanger?

A

dualisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dualisme?

A

een stroming waarbij lichaam en geest gescheiden zijn. ZIjn positie wordt vaak interactief dualisme genoemd, want de lichaam en geest werken samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat dacht Descartes over kennis?

A

rationalist, hij vond dat je kennis kunt vergaren met je rede/ratio, want je zintuigen bedriegen je.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Descartes geloofde net als Plato in

A

deductie

je moet axioma’s hebben die absoluut waar zijn, waaruit je kan deduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hoofdvraag was voor Descartes, Locke en Leibniz?

A

wat is de geest of de ziel? (terwijl Plato en Arisoteles meer bezig waren met de vraag: Wat is de rol van de geest?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Descartes heeft 2 grote inzichten. Welke?

A

Descartes had twee grote inzichten.

  1. Allereerst bedacht hij het Cartesian frame (assenstelsel), aan de hand daarvan kun je een beweging/verandering van de positie van iets/iemand beschrijven, dat wordt dan een serie nummers. De geest kan dus iets denkbeeldigs op de wereld leggen om het echt te begrijpen en te beschrijven.
  2. Het tweede inzicht was een droom over een gedichtenboek, waardoor hij zich ging afvragen welk pad hij moest volgen. Hierdoor ging hij zich bezighouden met een nieuwe methode van kennisvergaring.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waar is volgens Descartes?

A

Volgens Descartes moest je nooit iets voor waar aannemen, tenzij het zo logisch en fundamenteel waar is, dat er geen reden is om te twijfelen. Dit zijn simple natures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn simpele natures volgens Descartes?

A

Volgens Descartes moest je nooit iets voor waar aannemen, tenzij het zo logisch en fundamenteel waar is, dat er geen reden is om te twijfelen. Dit zijn simple natures, er waren er slechts twee:

  • Extension: de ruimte die wordt ingenomen door een fysiek deeltje of lichaam
  • Motion: de beweging van een extension deeltje of lichaam door de ruimte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie heeft met iets verglijkbars als simpele natures gekomen?

A

Galileo

Galileo kwam met iets vergelijkbaars; volgens hem zijn er primaire kwaliteiten: vorm, kwantiteit en beweging, die afzonderlijk kunnen bestaan en secundaire kwaliteiten, zoals geur die pas ontstaan nadat ze zijn waargenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf de theorie van beweging van Descartes?

A

Voor het ontstaan van beweging had hij ook een theorie.

Je hersenen liggen in een badje van vocht en bevatten zelf ook vocht (animal spirits). De zenuwen zijn holle buisjes waar vocht doorheen stroomt. Als je ergens tegenaan drukt, druk je dat vocht in die zenuwen een beetje omhoog, waardoor er een verandering van druk in het hersenvocht ontstaat. De verandering zorgt ervoor dat er via een andere plek druk naar beneden gaat en spieren in werking zet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een reflex volgens Descartes?

A

Een reflex is een stimulus-respons reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten van reflexen zijn er volgens Descartes?

A

Een reflex is een stimulus-respons reactie. Er zijn twee soorten reflexen:

  • Automatische reflex (bijv hand wegtrekken bij vuur)
  • Aangeleerde reflex (bijv “au” roepen bij pijn, maar ook wanneer dezelfde stimulus tot

ander gedrag leidt dan bij de automatische reflex, denk aan het latere Pavlov-effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heeft Descartes menselijk handelen beschreven?

A

Hij beschreef menselijk handelen als een mechanistisch principe. Je hoeft alleen dat mechanistische proces te bestuderen om het handelen te begrijpen. Maar toch zijn we meer dan een machine, want wij hebben rationele capaciteiten. Dieren en planten zijn machines, die hebben geen ziel. Ze reageren automatisch op zintuiglijke prikkels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke ideen geloofde Descartes?

A

innate ideas

Ook geloofde hij in “innate ideas”, dit zijn ideeën die aangeboren en dus universeel zijn, bijvoorbeeld God. Locke was hiertegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mens neemt waar met twee ogen, Descartes vroeg zich af waar die zich samenvoegen.

A

Dit gebeurt in de epifyse (pijnappelklier), waarna de beelden naar de ziel gaan. Descartes noemde deze ervaringen uit de pijnappelklier passies, de bewuste gewaarwording van gevoelens als liefde, woede, angst etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebruikte Locke als bron van de kennis en waarom?

A

Hij was een Aristoteliaan en gebruikte dus inductie als bron van kennis.

Daarnaast was hij een empirist en vond dus dat kennis pas ontstond door waarneming en interactie met anderen. Hij geloofde dus ook dat de mens een tabula rasa is.

kennis komt uit ervaring

17
Q

Wat betekent tabula rasa?

A

at birth, all humans are born with the ability to become literally anything or anyone.

18
Q

Wat dacht Locke over de geest?

A

De geest heeft slechts twee soorten ervaringen:

  1. sensaties van objecten in de echte wereld
  2. reflecties van de geest.
19
Q

Wie was tegen innate ideas van Descartes en waarom?

A

Locke

Simpele ideeën met één eigenschap (bijv rood) worden complexe ideeën door samenvoeging van de eigenschappen. (Bijv rond, glad, zoet → appel).

Zonder kennis van simpele ideeën kun je niks weten over complexe ideeën. Daarom was hij tegen de “innate ideas” van Descartes.

20
Q

Kennis krijg je uit ervaring volgens Locke. Wie en welke experiment heeft het ondersteund?

A

Molyneux ondersteunde dit met zijn Molyneux gedachte-experiment. Stel een blinde man kan ineens zien, kan hij dan 2 vormen onderscheiden puur door te kijken? Nee.

21
Q

Hoeveel soorten van kennis zijn er volgens Locke? En wat zijn ze?

A
  1. Intuitief: directe waarneming, kennis zonder gedachte (bijv zwart of wit)
  2. Demonstratief: redeneren
  3. Sensitief: observatie, kennis door combineren van zaken uit de zintuigen.
22
Q

volgens Locke komt kennis uit …. voort

A

associaties

Kennis komt voort uit associaties, maar als je associaties onjuist zijn en niet kloppen met de werkelijke wereld (bijv bijgeloof), dan is je kennis ook onjuist.

23
Q

Hoeveel zijn er soorten van associaties? En wat zijn ze?

A

Er zijn 2 soorten associaties:

  1. Contiguity: twee dingen die tegelijk of vlak na elkaar voorkomen (hand naar gezicht → pijn)
  2. Similarity: twee dingen die op elkaar lijken die ga je generaliseren (thee drinken is gezellig, dus koffie drinken (lijkt op elkaar) ook)
24
Q

Leibniz deed 2 wiskunde ontdekkingen

A

Leibniz was een alleskunner. Hij deed twee wiskunde ontdekkingen:

  1. Binaire rekenkunde
  2. infinitesimale calculus.
25
Q

Wie was tegen tabula rasa?

A

Leibniz

26
Q

Wie was Leibniz?

A

nativist, rationalist

27
Q

In wat geloodfde Leibniz?

A

Hij geloofde in necessary truths, dit zijn alle aangeboren ideeën die sowieso waar zijn. Daarnaast geloofde hij in minute perceptions, onderbewuste ideeën die ons handelen beïnvloeden.

28
Q

Door wie was Leibniz beinvloedt?

A

Hij werd beïnvloed door Spinoza, die zei dat het hele universum bestaat uit God en Van Leeuwenhoek die de microscoop ontwikkelde.

29
Q

Wie heeft op het idee van monaden gekomen?

A

Leibniz

30
Q

Wat zijn monaden?

A

Deze waren volgens hem beladen met energie en hadden een ziel. Deze maken dat je geest verschillende lagen van waarneming heeft en verklaart ook onbewuste processen. Leibniz zag ze meer als geest, maar “somehow” worden ze materieel.

31
Q

Hoeveel soorten van monaden zijn er? Wat zijn ze?

A
  1. Bare monad: hebben slechts basisbewustzijn en vormen materie, denk aan slapend
    persoon. Geclusterd vormen ze de basis van fysieke lichamen van materiële objecten. Hebben minute perceptions, oftewel onbewuste waarnemingen.
  2. Sentient monad: perceptie, kan waarnemen en heeft bewustzijn. Vormen de ziel van

een dier.

  1. Rational monad: apperceptie, kan actief waarnemen, interpreteren en erover denken.
  2. Supreme monad: gelijkgesteld met God.

Hij geloofde niet in een samenwerking tussen lichaam en geest, maar dat ze verschillende lagen waren die parallel aan elkaar functioneren, waardoor hij een volger was

parallellisme was.