Dermale oncologie inleiding Flashcards

1
Q

Opbouw huid

A

epidermis - basaalmembraan > dermis -> subcutis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

opbouw epidermis

3 cellen

A

stratum corneum -> lucidum -> granulosum -> spinosum -> basale
3 cellen: melanocyten, keratinocyten, langerhanscellen
maligniteiten ontstaan in basale of begin spinosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

epidemiologie huidkanker

A

kans krijgen borstkanker = 1/5
incidentie BCC stijgt
90% non melanoom -> 75% basaal en 20% plaveiselcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren huidkanker

A
genetica
leeftijd/geslacht
uv-expositie
dermato-oncologische voorgesciedenis
latrogene factoren
leefsttijl
chronische ulcerosa
fenotype
virus-infectie
uv-expositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil UVB en UVA

A

90% is UVA wat langgolvig is en dieper in huid komt (tot in dermis) -> zorgt voor huidveroudering door schade fibroblasten
UVB is kortgolvig en blijft oppervlakkiger in huid dus directe DNA schade -> verbranding van huid (rechtstreeks carcinogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Directe en indirecte uv schade:

A

direct -> P-53 mutatie

indirect -> immuunsuppressief. effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

immuungerelateerde verhoogde kans op huidkanker(transplantatie/aids)

A

herpes 8 -> karposi sarcoom (angiosarcoom)
HPV -> plaveiselcelcarcinoom
ook verhoogd risico op melanoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat huidverhoudering?

A

niet gerepareerde DNA-schade stapelt zich hop, hou ouder hoe meer opgehoopte schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 tekenen van huidveroudering

A
  • rimpels (solaire elastose)
  • dunner worden huid (atrofie van epidermis)
  • oppervlakkige bloedvaten (teleangiectasieën)
  • rimpelvorming in nek (cutis rhomboidalis nuchea)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorloper basaalcelcarcinoom

A

geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorlopers plaveiselcelcarcinoom

A
  • CIS
  • actinische keratosen (cutane pigment)
  • morbus bowen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorloper melanoom

A
  • melanoma in situ
  • lentigo maligna
  • congenitale melanocytaire naeci (CMN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

actinische keratose:

A

cellen kunnen geen normale hoornlaag meer aanmaken door gestoorde rijping keranocyten -> ruwe, rode huid

spontane regressie bij 15/63% na 6 mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

morbus bowen

A

meestal solitair, soms multipel, kan overal voorkomen ook op slijmvliezen
progressie naar een plaveiselcelcarcinoom 3-10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

actinische cheilitis

A

: soort schilfering van de lippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

congenitale melanocytaire naevi

A

hele grote moedervlekken bij 1% van pasgeboneren
life time risico op melanoom <5% (risico gerelateerd aan grootte en de hoeveelheid)
melanoom op kinderleeftijd is zeldxaam en maar bij 1 op de 3 CMN
bij het verwijderen van de plekken wordt de kans op melanoom niet kleiner

17
Q

lentigo maligna

A

intra-epidermaal melanool -> mediane leeftijd 70 vooral op zon blootgestelde huis en 74%. un gelaat
progressie naar melanoom is 5% en diagnose via dermatoscopie en biopten
behandeling: conventionele excisie met 5 mm marge (recidief 7-20%) OF micrografisch gecontroleerde chirurgie (breuninger) -> excisieranden volledig beoordeeld

18
Q

Therapiebeleid bij actinische keratosen en morbus bowen

A

lokale desctruktie (1 of enkele laesie): cryotherapie(bevriezen), curettage (uitlepelen), excisie alleen bij bowen

grotere oppervlaktes: efedux creme, aldara creme, fotodynamisch effect, dermabrasie/peeling

19
Q

efedux = 5-gluoroucacil

A

cytostaticum (lokale chemo), creme 2x pd 2-4 weken

20
Q

aldara = imiquimod

A

immunomodulator creme 4 weken 3x pw

21
Q

fotodynamische therapie (PDT)

A

zuurstofradicalen zorgen voor apoptose en necrose