Denkproces (heuristieken)

Question 1

Mental set

Answer 1

Als je een probleem moet oplossen, gebruik je alleen de oplossingen die in het verleden als eens gewerkt hebben.
Voorbeeld: functionele gefixeerdheid (schroevendraaier als hamer gebruiken)

Question 2

De 6 vertroebelde oordelen

Answer 2

1. Confirmation bias
2. Hindsight bias
3. Anchoring bias
4. Representativiness bias
5. Availability bias
6. Tirannie van de keuze

Question 3

Confirmation bias

Answer 3

Vooroordeel. Alles wat overeenkomt met onze overtuiging, accepteren we. Alles wat dat tegenspreekt, negeren we.

Question 4

Hindsight bias

Answer 4

Na afloop van een gebeurtenis twijfelen aan

andermans beslissingen; jij had het namelijk al zien aankomen… “Ja, dat dacht ik al.”

Question 5

Anchoring bias

Answer 5

Ideeën worden geankerd. 8x7x6x5x4… zal een

ander antwoord geven dan 1x2x3x4… Je zal ook sneller wijn kopen van een slijterij dan van de LIDL.

Question 6

Representativiness bias

Answer 6

Representativiteitsheuristiek; foutieve heuristiek
waarbij je ervan uitgaat dat een persoon of gebeurtenis die tot een bepaalde categorie behoort, dan ook alle eigenschappen van die categorie bezit.
Voorbeeld: alle mensen met een bril zijn slim.

Question 7

Availability bias

Answer 7

Beschikbaarheidsheuristiek. Je zal het risico van

een vliegramp wanneer je op vakantie gaat, hoger inschatten, wanneer je net een vliegramp hebt gezien op het nieuws.

Question 8

Tirannie van de keuze

Answer 8

De verstoring van effectieve besluitvorming wanneer je wordt geconfronteerd met een overweldigende hoeveelheid mogelijkheden.
Voorbeeld: wanneer je een toetje kiest in de supermarkt, er is teveel keuze, levert stress op.