Demander Et Expliquer Le Chemin Flashcards
1
Q
Witte pijlen
A
Les fliches blanches
2
Q
Het kruispunt
A
Le carrefour
3
Q
Het rondpunt
A
Le rond-point
4
Q
Op het kruispunt/rondpunt verleen voorrang aan rechts
A
Du carrefour/ sûr le rond-point cédez le passage
5
Q
De brug
A
Traversed le rivière par le pont
6
Q
De spoorweg
A
Traversed la route ferroviaire
7
Q
Een trein kan een andere train verstoppen verstoppen
A
In train peut en cachér un autre
8
Q
Een voetpad
A
Un trottoir
9
Q
Een fietspad
A
Une piste cyclable
10
Q
Een straat
A
Une rue
11
Q
Tot aan
A
Jusqu’ au
Jusqu’ a la
Jusqu’ aux
12
Q
Ik ben op zoek naar…
A
Je cherche…
13
Q
Kunt u me uitleggen hou je naar …gaat?
A
Vous pouvez m’expliquer le chemin pour allee à …