definities level 3 luiks Flashcards

1
Q

wanneer bereik je optimale productiegrote

A

wanneer MO=MK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

benoem productiefactoren

A

-kapitaal
-arbeid
-ondernemerschap
-natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

constante productie factor

A

vast kapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

marginale productie MP

A

bijkomend productie als ze een werknemer meer in dienst nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de wet van toenemende afnemende meeropbrengst

A

variable productiefactor eerst toe nemen daar na afnemen en negatief worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

marginale kost

A

extra kosten als productie met een eenheid uitbreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

technisch optimaal punt

A

wanneer gtk het laagst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

monopoli

A

één aanbieder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ogliopoli

A

meerdere aanbieders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

productiecapaciteit

A

het maximale aantal goederen dat het bedrijf kan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly