deeltaak 3 πŸ’• L2 Flashcards

1
Q

De bedrijfskolom

A

Van grondstof naar eindproduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het modern imperialisme

A

EU kolonies veroveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De vestigingsplaatsfactor

A

Reden voor de locatie voor een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De industriΓ«le revolutie

A

Overstap naar machinale productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de huisnijverheid

A

Handwerk thuis doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het halffabricaat

A

Product dat nog verder bewerkt moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De fossiele brandstof

A

Energie uit olie, gas en steenkool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Import

A

Het binnenhalen van goederen uit andere landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Infrastructuur

A

wegen, spoorwegen en andere verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Massagoederen

A

goederen die in grote hoeveelheden worden verhandeld, zoals olie of kolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nationalisme

A

sterk gevoel van trots en loyaliteit naar eigen land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Particulier bezit

A

Eigendom in handen van individuen of bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stukgoederen

A

Goederen die per stuk of in kleine hoeveelheden worden verhandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De tol

A

De betaling voor het gebruik van wegen, bruggen of andere infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Epidemie

A

Verspreiding van ziektes over een groot gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Liberaal

A

Politieke stroming die vrijheid, enz steunt

17
Q

Sociale kwestie

A

De slechte leef en werk omstandigheden in de 19e eeuw

18
Q

Socialist

A

Iemand die geloofd in gelijkheid en gezamenlijke eigendom van productiemiddelen

19
Q

Urbanisatie

A

Stijging van het aantal mensen dat in steden woont

20
Q

Mechanisering

A

Het vervangen van handarbeid door machines in de productie