Deel 4 Flashcards
bestuurlijke vervlechting
verstatelijking van de maatschappij, overheid brengt meer functies naar zich toe
Organisatorisch netwerk
geheel van onderling afhankelijke organisaties die op bepaalde wijze met elkaar gebundeld zijn om als collectiviteit een bepaald doel te behalen
Beleidsnetwerk
een netwerk waarin vele actoren een beleidsveld sturen
Staatsleer
een organisatie die binnen een bepaald gebied een legitieme geweldsmonopolie bezit.
Functipnalisttische defenities
ex-ante: verzameling instellingen die bepaalde doelstellingen nastreven
ex post: gevolgen van staatsoptreden, bijv handhaving van de maatschappelijke orde
verzorgingsstaat
onderwijs/ov/huisvesting/sociale zekerheid
sociale rechtstaat
er is bescherming door de overheid
democratische rechtsstaat
politieke rechten
liberale rechtsstaat
bescherming tegen de overheid
Trias politica
wetgevende macht:
gemeente-gemeenteraad direct gekozen
provincie-provinciale staten direct gekozen
rijk-1ste en 2de kamer direct gekozen behalve 1ste kamer
de rijksoverheid bestaat uit
ministeries en uitvoerende diensten
politiek
het oplossen van collectieve actieproblemen
collectieve actieproblemen
veel verschillende belangen 1 doel
beleidsconcurrentie
overheden kunnen de economie niet meer sturen, aantrekkelijker maken voor bedrijven om zich in eigen land te vestigen, bijv minder belasting
politieke cultuur
opvattingen die we delen over wat wel en niet in de politiek thuis hoort.
cyclus politiek
invoer-omzetting-uitvoer-terugkoppeling
beleidscyclus
agendavorming-beleidsvoorbereiding-beleidsbepaling-uitvoering-evaluatie-terugkoppeling
barrieremodel
gaat ervan uit dat er politieke druk nodig is om een eis op de agenda te krijgen