Deel 1 diervoeding Flashcards
Wat zijn glucanen?
Polymeren van glucose. Onderscheid tussen alfa en beta
Uit wat bestaat zetmeel?
Amylopectine (70%), heeft vertakte ketens en amylose (30%) heeft onvertakte ketens. De amylose is makkelijk te stapelen en daardoor moeilijk ter verteren en aan te vallen door enzymen
Hoe wordt zetmeel verteerd?
Enzymatisch in de dunne darm. Effectieve vertering hangt af van de verdeling amylopectine en amylosemaar ook de vorm en bereikbaarheid van de granoles
Wat kan zorgen voor een betere vertering van zetmeel
Mechanische verkleinen, verwarmen (ook bij inkuilen) (hierbij vormt verzuren een soort van voorvertering) Ook de transit snelheid speelt een belangrijke rol
In wat wordt zetmeel eerst gesplitst?
Dextrine
Dierlijk zetmeel
Glycogeen, is sterker vertakt dan amylopectine en daardoor sneller beschikbaar. Bronnen van glycogeen zijn lever, spieren en nieren
Herhalende eenheden van cellulose beta1-4
Cellulose. Dit vormt samen met hemicellulose, pectine en lignine een belangrijk component van de celwand. Het gehalte cellulose is ongeveer gelijk aan de ruwe celstof maar de verhouding is niet altijd 1 op 1.
Lignine
Geen koolhydraat, wel nauw geaccocieert aan andere componenten van de celwand. Is het moeilijkst verteerbaar van allemaal. (?) Valt onder de ADL fractie bij de van Soest analyse.
Heteroglycsaenn
Polysacchariden zijn opgebouwd uit verschillende basisunits
Pectine
Ketens van galacturonzuur, xylose, galactose en arabinose. Is matig oplosbaar en is niet terug te vinden in de ruwe celstof maar in overige koolhydraten. Voornamelijk in bietenpulp
Hemicellulose
Ketens van galacturonzuur, xylose, galactose en arabinose. Is slecht oplosbaar en deels terug te vinden in de ruwe celstof en deels in de overige koolhydraten. Valt onder de NDF fractie
Voedingsvezels
Kunnen terug gevonden worden in de celwanden, celinhoud en tussenlammeren van plantencellen
Oplosbare vezels
Bv fructanen en pectine, zijn lastig te bepalen
Effect van de vezels
- Negatief effect op de vertering. De enzymen kunnen moeilijk bij de nutriënten om ze af te breken en ze kunnen ook voedingsdelen omsluiten
- Positief : Geven een verzadigend gevoel (toepassing bij zeugen die te zwaar zijn of dieetvoeding bij hond en kat), gaat de transit doorheen het maagdarmstelsel vertragen, langere inwerking van verteringsenzymen, bij herkauwers stimuleert het de herkauw activiteit.
Wat gebeurt er bij fermentatie?
Gasproductie + vorming van vluchtige vetzuren.
Laminitis/hoefbevangenheid
Negatief effect van FOS. Lamellen en hoefbeen komen los van elkaar. Drie oorzaken :
- Infectie
- Metabole stoornis (ziekte van cushing)
- Nutritioneel
Verstoring van de flora door overaanbod van niet verteerde koolhydraten in het colon. In het colon gaan er daardoor andere bacteriën groeien die endtoxines vormen. Zetmeel (door teveel krachtvoeder) en fructanen zijn de grootste boosdoeners.
Hoe kan het weer de incidentie van laminitis beïnvloeden?
Fotosynthese zorgt voor de aanmaak van eenvoudige suikers in het blad. Bij groei van de plant wordt dit verbruikt als energie. Als de suikers niet weg kunnen krijgen we opslag als fructane. Vnl geval bij koude nachten. Bij lage temperaturen en veel zonlicht wel fotosynthese maar geen groei, fructanen stapelen op.
Advies paard weiden wat betreft laminitis?
‘smorgens vroeg best geen vers gras eten omdat de fructanen van de vorige dag nog niet omgezet zijn naar zetmeel of energie voor de groei.
Met wat neemt de zetmeelvertering toe?
Met de leeftijd van het dier. Hier kunnen we open spelen door vlokken te voeren aan jonge dieren. Deze zijn hitte behandeld en zorgen voor een betere verteerbaarheid.
Hoe komt het dat een hond diarree krijgt van koeienmelk?
Koeienmelk bevatveel lactose. In de dunne darm van de hond geen lactase, vooral een volwassen hond heeft dit in beperkte mate. In de dikke darm gaat deel van de lactose een prebiotisch effect geven. Maar de overmaat blijft in de darm circuleren. Door osmotische effecten wordt er vocht aangetrokken en krijgen we dunne ontlasting
Wat is de verteringscapaciteit van een volwassen hond aan lactose?
1.5 gram lactose per kg lichaamsgewicht per dag.
Retroradatie
Voorbeeld is het hard worden van oud brood. Zetmeel gaat naar een toestand waar het gaat samenklonteren.
Wat beïnvloed de fermentatie van SCFA
De activiteit van de flora
Verklaar gaskoliek bij paarden
In de voeders zitten suikers, zetmeel en ruwe celstof in de mond gebeurt daar niets mee. In de maag wordt dit omgezet naardextrine, oligosacchariden en vrije vetzuren. In de dunne darm ontstaan er monomeren door amylose. Dan komen residuen in de dikke darm en gaan daar vluchtige vrije vetzuren produceren o.i.v. de microflora. Als er een overaanbod is van snel fermenteerbare suikers dan gaat een deel van de enzymatische koolhydraten naar de die darm. De enzymen in de dunne darm kunnen hun werk niet doen. Bij vluchtige vrije vetzuren krijgen we teveel gasproductie. We krijgen koliek. Naast gassen krijgen we ook de vorming van endotoxines.
Waarom gaat bij haver de pH in het colon niet dalen en wel bij mais
Bij overmatige opname van zetmeel afkomstig van mais zie je dat de pH in het colon gaat dalen. Bij haver gebeurt dit niet. Haver heeft ruwe celstof. Het paard moet er langer op kauwen, daardoor is de structuur van het zetmeel fijner en verloopt de efficiëntie beter.
Door wat gebeurt de vertering van koolhydraten bij de ruminantia?
Ciliata en bacterien. Voornamelijk in de dikke darm. Dat zorgt voor optimale efficiëntie wat betreft de vezelvertering.
Koolhydraat vertering ruminantia : Vluchtig vetzuur patroon hangt af van substraat, actieve flora en gekozen pathway.
- Suikers en onbestendig zetmeel geven snelle fermentatie. We krijgen snelle omzetting naar lactaat wat ervoor zal zorgen dat we een daling van de pH krijgen. Hierbij wordt er veel propionzuur aangemaakt. We spreken van een actieve amyolytische flora.
- Hemicellulose en cellulose zorgen voor een eerder tragere fermentatie. Dit geeft een hogere pH (mede door uitgebreide herkauw activiteit), produceert overwegend azijnzuur en boterzuur. We spreken ook van actieve cellulolytische flora.
NEB
Negatieve energie balans
Fytase enzym
Enzym dat het fosfor van de fytaat afknipt
Wordt de hoeveelheid water over- of onderschat en waarom?
Hoeveelheid water wordt overschat omdat er ook vluchtige zuren en basen worden verdampt
Hoe bepalen we het vochtgehalte?
Door 5 gram voeding te drogen gedurende 4 uur bij 103 graden. Waarom 103 graden? Omdat het een mengsel is. Probleem bij suikerrijke grondstoffen : Kan karameliseren en geeft een laagje op product waardoor vocht niet weg kan.
Waarom spreken we van ruw eiwit?
Omdat nitraten, vitamine B en nucleïne zuren ook hierin meegerekend worden
Waarom spreken we van ruw vet?
Omdat ADEK-vitamines ook verdampen
Wat is het anorganische deel?
Ruw as gedeelte, dit omvat de mineralen
Hoe gebeurt een ruw vet bepaling?
Door middel van etherextractie. Petrolium ether, methanol en hexaan worden hiervoor gebruikt.
Hoe bepalen we ruwe celstof?
- Kookproces in zuur milieu, dit bootst de maag na. In een zuur milieu is de hemicellulose oplosbaar. (20% van totale hoeveelheid)
- Koken in alkalisch milieu, dit bootst de darm na. Ook hier in een deel van de hemicellulose oplosbaar
Alles wat opgelost raakt zorgt voor een onderschatting van het ruwe celstof gehalte omdat dit wordt weggefilterd.
Hoe bereken je overige koolhydraten?
100 - vocht - ruw eiwit - ruw vet - ruw as - ruwe celstof
Wat omvat overige koolhydraten?
Zetmeel, suikers en oplosbare vezels.
Wat is een verfijnde methode om de ruwe vezels te bepalen?
De van Soest methode. Hiermee is er een onderscheid te maken tussen ; cellulose, hemicellulose en lignine. Eerst hebben we een neutrale oplossing, we houden de 3 dan over. We spreken van NDF. Daarna brengen we het in zuur milieu, hier lost de hemicellulose in op. We houden dan de ADF fractie over. Vervolgens krijgen we ADL. Als laatst blijft de cellulose over. Deze is onoplosbaar onder elke omstandigheden.
Wat is NIRS en wat zijn de voor- en nadelen?
Nabij infrarood spectrum, door middel van een licht met bepaalde golflengte een analyse uitvoeren van ingrediënten in een bepaald voeder. - Voordelen ; Snel en daarna nog bruikbaar - Nadelen ; Is een schatting
Wat is de belangrijkste prikkel voor verzadiging?
Het aantal kg droge stof dat het dier eet
Wat is er naast de chemische structuur nog meer van belang?
Fysische structuur, transitosnelheid, voederstrategie en individuele variatie in vertering en benutting per dier
Welke 3 manieren van verteren kennen we?
- Mechanisch vertering : Kauwen, spiercontracties en herkauwen. Zorgt voor transit van voeding en het vermengen met verteringssappen
- Chemische/enzymatische vertering : Door lichaamseigen enzymen en enzymen uit de voeding
- Microbiele vertering : Enzymatisch maar dan door bacteriën, protozoa, gisten en schimmels.
Wat is er aanwezig bij het pluimvee in de mond?
Alfa-Amylose activiteit
Van wat hebben we productie in de maag?
Pepsinogeen, HCl en mucus
Hoe wordt pepsinogeen omgezet tot pepsine
Door HCL
Wat zijn stimuli voor de productie van maagsap?
Distensie van de maag en de alkalische voedselbrij
Wat doen gastrine cellen?
Deze bevorderen de maaglediging, zorgen voor vrijstellen van pancreasenzymen en secreties van de galzouten
Hoe noemen we voeding aan het einde van de maag?
Chymus
Wat wordt er aangemaakt in de dunne darm??
Secretine dit zorgt voor inhibitie van gastrine (en dus inhibitie van de maaglediging) en het stimuleert de bicarbonaat secretie door de pancreas.
Wat wordt er naast secretine aangemaakt in de dunne darm?
Cholecystokinine (CCK) zorgt voor inhibitie van gastrine en de maaglediging. Daarnaast zorgt het voor secretie van digestieve pancreas enzymen en contractie van de galblaas
Wat zijn de functies van de pancreas?
Onder invloed van CCK productie van verteringsenzymen en onder de invloed van secretine bicarbonaat vormen.
Functie galblaas
Zorgt voor de productie van galzouten, galzouten maken vetten emulgeerbaar. pH optimum is tussen de 7 en 9 gelegen.
Evolutie enzymatische activiteit gebeurt naar…
Leeftijd van het dier en in functie van het dier
Wat is de functie van de dikke darm?
Belangrijk voor vocht- en elektrolyten huishouding. Enzymatische vertering is dan afgelopen. Vitamine B kan wel opgenomen worden in functie van behoefte.
De bulk
Onverteerde koolhydraten, dit is de veelfractie die in de dikke darm terecht komt. Heeft geen voedingswaarde behalve bij paard en rund.
Wat is de rol van de bulk?
Belangrijke rol in transitsnelheid, gut health en de consistentie van de darminhoud
Wat doen inerte vezels?
Bepalen de transittijd, vooral in havertoppen en zonnebloempitschroot terug te vinden.
Door wat wordt de gut health bepaald?
Door vluchtige vetzuren die geproduceerd worden door oplosbare vezels. Bv bietenpulp.
Wat vindt er plaats in de krop bij pluimvee
Fermentatie door de lactobacillenflora die daar aanwezig is.
Wat gaat de spiermaag afscheiden?
Koïline
Wat is voor pluimvee wel een probioticum maar bij andere dieren niet?
Lactase
Wat kan het ceacum door middel van reflux doen?
Gefermenteerde zaken door reflexen terug in de dunne darm brengen zodat deze zaken opgenomen kunnen worden
Bevat het speeksel van een carnivoor wel of geen amylase
Geen