Deel 1: De ontwikkeling van het kind Flashcards
Ontwikkelingspsychologie Definitie
Wetenschap die de verandering en stabiliteit wilt begrijpen over de levensloop
Continu
Kwantitatief geleidelijk process. Prestaties op een niveau vloeit uit de vorige niveau. (Bv. Lengte, Cognitie,..)
Discontinu
Kwalitatief process. Ontwikkeling gebeurt in stadia: Verandering in het denken en het doen, kenmerkend voor een bepaalde periode.
Erfelijkheid
Biologisch en aangeboren eigenschappen door genen
Omgeving
Fysische en sociale invloeden uit de wereld
Genotype
Verzameling van genen in het DNA verantwoordelijk voor unieke kenmerken
Fenotype
Het uiten van de genotype
Levensloopperspectief
Ontwikkeling is een dynamisch systeem: het gaat altijd verder en krijgt vorm door een complex netwerk van biologisch, psychologisch en sociale invloeden
- Levenslang
- Multidimesioneel en veelvormig
4 domeinen in levensfase
- Cognitief
- Fysiek
- Sociaal-emotioneel
- Persoonlijkheidsontwikkeling
Multidirectioneel
Gaat in verschillende richtingen (zowel vooruitgang als achteruitgang)
Plastisch
Ontwikkeling is veranderbaar door ervaringen en invloed van je omgeving. Hoe ouder je wordt hoe minder plastisch + capaciteit/kansen verandering verminderen
Leeftijdsgebonden
Gebeurtenissen gebonden aan leeftijd en daardoor voorspelbaar: biologisch en sociaal
Cohort
Groep mensen geboren rond dezelfde tijd en zelfde plek
(niet-) Normatief
Geldt (niet) voor iedereen
Nurture
Gevormd door ervaringen, Empirisme
Nature
Aangeboren talenten, Nativisme
Evolutietheorie
- Natuurlijke selectie ( Soorten hebben kenmerken die aangepast zijn bij hun omgeving)
- Survival of the fittest
Storm and Stress
Begrip van Hall: Adolescentie is een afzonderlijke ontwikkelingsfase
Psycho-Analytische Visie
Mensen gaan door een reeks stadia waarin ze geconfronteerd worden met conflicten tussen biologische driften en sociale verwachtingen. De manier waarop deze conflicten worden opgelost bepaald de mogelijkheid van het individu om te leren, om overweg te kunnen met de anderen en om om te gaan met angst
Psychosexuele theorie
Freud
De manier waarop volwassenen met de driften van hun kinderen omgaan bepaalt de ontwikkeling van de persoonlijkheid
Id, Ego en Superego
Id: Driften van kinderen. Vooral onbewuste deel
Ego: Rationeel aspect, stuurt impulsen van het id door zodat zij ontlaad kunnen worden op gepaste objecten
Superego: Bewustzijn/Geweten
Onderscheid tussen goed en kwaad
Psychosociale Theorie
Elk persoon verloopt 8 stadia in zijn/haar leven en in elke stadia is er een te op te lossen conflict
Van wie Little Albert Experiment?
John Watson
Modeling
Van Bandura: kinderen leren door andere te observeren en imiteren