Deel 1 Flashcards

1
Q

Hoe kan je veerkracht opbouwen?

A
  • bewegen
  • gezonde voeding
  • voldoende nachtrust
  • mentale veerkracht trainen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit: focused distraction.

A

Bij piekeren kan je je aandacht vestigen op iets anders, als afleiding. Dan wordt de emotionele ervaring minder zwaar. Vbn: terugtellen van honderd, kruiswoordpuzzel.
Negatief gedrag preventief afleiden met gewenst gedrag. Als je niet mag denken aan een witte beer, dan lukt dat enkel als je aan een groene beer denkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar Grit.

A

De 2 eigenschappen die vooral iemands genialiteit bepalen:

  • niet opgeven bij tegenslag
  • uitdagingen heel lang kunnen volhouden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Flow?

A

Is de toestand die ontstaat wanneer een persoon volledig opgaat in zijn bezigheid. Opperste staat van focus en motivatie, alle negatieve emoties verdwijnen. Het is de accelerator voor veerkracht, de ultieme toestand voor kennis te verwerven en productief te zijn.0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren vegroten kans op bevlogenheid?

A

Context: autonomie, feedback, sociaal netwerk.

Persoonlijkheid: extravert, emotionele stabiliteit, consciëntieusheid (gewetensvol), proactief kansen zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is posttraumatische groei?

A

Tegenslagen kunnen voor enorme sprongen voorwaarts zorgen:

  • Mensenrechten na WO I
  • Mooie muziek na pijn of verdriet
  • ontdekkingen uit pure noodzaak

Na tegenslag kijken mensen later positiever naar het leven, vb: grote ramp overleeft of ander trauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is rolstress?

A

Vroeger had je (behalve in zorgsector) een afgelijnde taakomschrijving. Nu moet je flexibel zijn en blijken verwachting niet helder. Onzekerheid over takenpakket leiden ons naar ‘helper-syndroom’. Je bent nooit klaar met je werk, er ligt altijd wel ander werk klaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de hefbomen van mentale veerkracht?

A
  • Zelfcontrole of wilskracht geeft motivatie
  • bewust omgaan met ons bewustzijn en onbewust zijn
  • focus vergroot cognitieve intelligentie
  • optimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 4 principes voor zelfcontrole?

A
  • de uitgestelde beloning
  • de intrinsieke motivatie
  • Zelfregulatie door afleiding
  • de limiet van egodepletie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vergelijk de hoge aantallen burn-outs in de welzijnssector en technologie invloed.

A

Welzijnswerkers tonen zo’n groot engagement tot privé eronder kan leiden, ten koste van emotionele rust. Dit werk stopt nooit. De huidige technologie zorgt er ook voor dat we voortdurend bereikbaar zijn voor werk, altijd en overal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vergelijk zelfcontrole met een spier.

A

Deze kan getraind worden, maar overbelasting zal geen topprestatie opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke persoonljjkheidskenmerken geven meer kans op burn-out?

A
  • Introverte vragen veel later feedback aan collega’s.
  • Weinig zelfvertrouwen
  • emotioneel instabiel
  • perfectionisten
  • idealisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen depressie en burn-out?

A

Depressie is een emotionele stoornis.

Burn-out is een energiestoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verklaar variabele persoonlijke hulpbronnen bieden de grootste bescherming tegen burn-out.

A

Je kan vaardiger worden in optimisme, effectiviteit, stressbestendigheid en eigen waarde. Mensen gaan hulpbronnen inroepen zoals: feedback van collega’s, ontplooiingskansen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 3 kenmerken van bevlogenheid?

A
  • vitaliteit
  • toewijding
  • absorptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verklaar egodepletie.

A

Wilskrachtuitputting, er is een limiet op wilskracht. Door jezelf steeds vanalles te ontzeggen wordt je humeurig of minder productief. Er moet dus een goed evenwicht zijn in wilskrachttraining voordat uitputting optreedt.