Deel 1 Flashcards
Hola
Hallo, goeiedag
soy
ik ben
me llamo
ik heet
mucho gusto
aangenaam
encantada
aangename kennismaking (v)
encantado
aangename kennismaking (m)
buenos días
goedendag
hasta luego
daag, tot ziens
Yo
ik
Tu
jij, je
nosotros
wij, we
vosotros
jullie
Ser
zijn
tener
hebben
vivir en
wonen, leven
una hija
een dochter
un hijo
een zoon
un hombre
een man
una mujer
een vrouw
un hijo
een kind
dos hijos
twee kinderen
un amigo
een vriend
una amiga
een vriendin
llamarse
heten
Cómo te llamas?
Hoe heet je?
Cómo os llamáis?
hoe heten jullie?
estar casado
gehuwd zijn
tener una novia
een vriendin hebben
tener un novio
een vriend hebben
Y
en
no
niet
No estamos casados
wij zijn niet getrouwd.
también
ook
mi(s)
mijn
un colombiano
een Colombiaan
una colombiana
een Colombiaanse
colombiano
colombiaans
un chileno
een Chileen