Decubitus Flashcards

1
Q

Benoem de 4 fases van decubitus

A
  1. reactiefase
  2. inflammatiefase
  3. proliferatiefase
  4. remodellering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er tijdens de reactiefase?

A

fase waarin de bloeding stopt. De bloedvaatjes vernauwen zich en er wordt een bloedstolsel gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er tijdens de inflammatiefase?

A

De wond en de omgeving van de wond worden rood, warm, dikker en pijnlijk. Door deze reactie reinigt het lichaam de wond. Dode/kapotte cellen en eventuele ziektekiemen worden opgeruimd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurt er tijdens de proliferatiefase?

A

er wordt granulatie en nieuwe bloedvaatjes gevormd. De wond ziet er dan rood en korrelig uit. Door de nieuwe bloedvaten worden zuurstof en voedingsstoffen aangevoerd die nodig zijn voor de verdere wondgenezing. Vanuit de wondranden vind re-epithelialisatie plaats. Aan het einde van deze fase is de wond gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er tijdens de remodellering?

A

Litteken ontstaat. Deze is eerst zacht, dat vervolgens rood en hard wordt. Aan het einde van deze fase is er een wit en soepel litteken ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor ontstaat er een wond bij drukkrachten?

A

Bij aanhoudende drukkrachten worden de bloedvaten die voedingsstoffen en zuurstof vervoeren dichtgedrukt. De cellen krijgen hierdoor niet genoeg waardoor cellen afsterven. Huid gaat stuk en ontstaat een decubituswond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontstaan van een wond bij schuifkrachten

A

Bij schuifkrachten rekken of buigen de bloedvaten. Hierdoor worden ze smaller en kunnen ze niet genoeg voedingsstoffen naar de huid en de weefsels brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillende stadia van decubitus (Graden)

A

Graad I t/m IV
- Graad I; niet-wegdrukbare roodheid van intacte huid. Huid kan blauwkleurig zijn. Andere symptomen zijn warmte, verdikking of verharding van de huid
- Graad II: oppervlakkig huiddefect van opperhuid, lederhuid kan ook aangetast zijn. Wrs een blaar of ontvelde huid
- Graad III; huiddefect met schade of weefselversterf (necrose) van uw huid en uw onderhuidsweefsel. Kan zich uitstrekken tot aan het onderliggende bindweefselvlies. Pezen/bot/ spieren zijn zichtbaar.
- Graad IV; necrose aan spieren, botweefsel of andere ondersteunende weefsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly