Deck 27 Flashcards
1
Q
Netjes
A
Correctly
2
Q
Beheersen
A
Control / manage
3
Q
Nadenken
A
Think it over
4
Q
Aanbeveling
A
Recommendation
5
Q
Onderdeel
A
Element
6
Q
Uitgangspunt
A
Starting point
7
Q
Bovenop
A
On top of
8
Q
Schepje
A
Scoop
9
Q
Omgetoverd
A
Transformed
10
Q
Beschikken
A
Have
11
Q
Verklaring
A
Declaring
12
Q
Vernieuwde
A
Innovative
13
Q
Verleden
A
Past
14
Q
Wijzigen
A
Change
15
Q
Ondanks
A
Despite