De olympische goden Flashcards
Oppergod. God van donder en bliksem.
Zeus, Jupiter
Scepter, aarend en een bliksemschicht
God van de zee.
Poseidon, Neptunus
Schelp, een drietant
God van de smeden, de vulkanen en het vuur.
Hephaistos, Vulcanus
Aambeeld en een hamer
Godin van de liefde en de schoonheid.
Aphrodite, Venus
Bloot, (grote schelp)
God van zon, muziek en kunst.
Apollo, Apollo
Lier (voorloper harp) en de zon
Godin van het huwelijk. Vrouw van de oppergod. Beschermster van de vrouwen.
Hera, Juno
Scepter = een staf
Godin van de jacht.
Artemis, Diana
Kleedje (knielengte) en een pijl en boog
Godin van de wijsheid en de doordachte oorlog.
Athena, Minerva
Een helm
God van de (bloederige) oorlog.
Ares, Mars
Een helm
Godin van de landbouw.
Demeter, Ceres
Eten: graan, een hoorn met fruit in.
God van reizigers en handel. Boodschapper van de goden.
Hermes, Mercurius
Helm met vleugels en een Caduceus = een staf met vleugels.
Godin van het haardvuur en de huiselijkheid.
Hestia, Vesta (vestaanse maagd)
Een pot met vuur en hoofd altijd bedekt.