De macht aan de vorst Flashcards

1
Q

absolutisme

A

regeringsvorm waarbij de macht van de koning niet wordt ingeperkt door een grondwet of rechten van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe controleerde de absolute vorst het politieke leven in middeleeuwen

A

decentralisatie
= verscheidenheid van bestuur
= macht verdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe controleerde de absolute vorst het politieke leven vanaf 16 de eeuw

A

centralisatie polietieke leven

uitgebouwd
- eenheid van bestuur
- afname macht plaatselijke machthebbers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

reactie tegen centralisatie

A

-> beeldenstorm->Alva->OPSTAND-> opsplitsing
- republiek van de verenigde Provinciën
- De Spaanse Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe controleerde de absolute vorst het economisch leven?

A

= centraal geleide economie (maatregelen om economie te sturen)
= protectionisme (beschermen eigen economie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe controleerde de absolute vorst het economisch leven? onder franse koning Lodewijk XIV
centraal geleide binnenlandse

A

economie
- richt ateliers op
- legt nieuwe wegen, kanalen en bruggen aan
- schaft binnenlandse tol af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe controleerde de absolute vorst het economisch leven? onder franse koning Lodewijk XIV
centraal geleide buitenlandse economie

A
  • heft invoertaks op buitenlandse producten
  • laat havens moderniseren
  • richt handelscompagnieën op en vernieuw vloot voor handel met kolonies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reactie tegen centraal geleide economie

A
  • beleid nadelig voor de boeren
    (lagere landbouwprijzen)
  • staatstekort blijft
    -> nieuwe belastingen
    -> opstanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

invoer Frankrijk

A

grondstoffen en luxegoederen uit Franse kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uitvoer Frankerijk

A

afgewerkte product, grondstoffen en luxegoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wrm kocht Franse volk minder afgewerkte producten uit het buitenland

A

ze waren duur door invoer taksen (tolmuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar werken afgewerkte producten gemaakt

A

ateliers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat vergemakkelijkte het binnenlands transport

A

aanleg wegen kanalen bruggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 initiatieven die de staat nam om eigen economie te bevorderen

A

oprichten ateliers, alles zelf maken, aanleg bruggen kanalen wegen, afschaffen binnelandse tol, zware invoerstaksen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is centraal geleide economie

A

economie geleid door vorst/staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bewijs dat de opstand van de rode mutsen geen alleenstaand gebeuren was

A

Er waren verschillende opstanden tussen 1662 en 1675 op verschillende plaatsen

17
Q

centraal geleide economie

A

maatregelen om economie te sturen

18
Q

protectionisme

A

beschermen eigen economie