De Kennismaken Flashcards
1
Q
Ontmoeten
A
To meet
2
Q
Hoi
A
Hi
3
Q
Wie
A
Who
4
Q
Aangenaam
A
Nice to meet you
5
Q
Hoe heet jij
A
What is your name
6
Q
Ik heet
A
My name is
7
Q
Waar vandaan
A
Where from