De Hete Adem Van Het Klimaat Flashcards

1
Q

Voorbeelden van klimaatverandering

A

Meer drogere periodes, meer hitte golven, zachtere winters,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende broeikasgassen

A

Waterdamp(H2O), koolstofdioxide (CO2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het verband tussen de concentratie van broeikasgassen en temperatuur en de onderste laag van de atmosfeer

A

Hoe hoger de concentratie van de broeikasgassen hoe hoger de temperatuur in de onderste laag van de atmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het natuurlijke broeikaseffect aan de hand van de stralingsbalans

A

De aarde zet inkomende energie van de zon in warmte. De natuurlijke broeikasgassen in de atmosfeer absorberen een deel van deze warmte en zorgen zo voor een gemiddelde temperatuur van 10°C zonder natuurlijke broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur -18°C bedragen. Als de inkomende en uitgaande energie gelijk zijn, dan blijft de temperatuur hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom de stralingsbalans van de aarde uit evenwicht is

A

Als de hoeveelheid energie die de atmosfeer binnenkomt, en de som van de hoeveelheden gereflecteerd energie en warmte die de atmosfeer terug verlaten, gelijk zijn, dan is de stralingsbalans in evenwicht en blijft de temperatuur constant. Maar maatgegevens tonen aan dat de temperatuur van de onderste laag van de atmosfeer de laatste tientallen jaren gestegen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Versterkte broeikaseffect

A

Door de menselijke uitstoot van broeikasgassen houdt de atmosfeer meer warmte bij. Hierdoor versterkt het broeikaseffect en warmte de onderste laag van de atmosfeer op. Landen die sterk geïndustrialiseerd zijn en hoge ontwikkelingsgraad hebben, hebben een relatief grote bijdrage aan CO2-uitstoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Global warming potential

A

Het Global warming potential (GWP) of het aardopwarmings vermogen vergelijkt het opwarmingsvermogen van 1 kg broeikasgas met dat van 1kg CO2 en dit over een periode van 100 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De invloed van de klimaatopwarming op de zeespiegel

A

Gletsjers en ijskappen smelten en het smeltwater komt in zee terecht. Gletsjers kalven af en komen in zee terecht
Water zet uit door de opwarming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De relatie tussen permafrost en klimaatopwarming

A

Permafrost ontdooit en daardoor zakken huizen en vertronen scheuren en staan de bomen minder stabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Relatie tussen klimaatopwarming en albedo

A

Als ijs smelt neemt het albedo af. (Albedo=het weerkaatsingsvermogen van een object)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Migraties van dierensoorten als gevolg van verschuiving van klimaatzones

A

De tijgermug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Veranderde weerpatroon door klimaatverandering

A

Fellere regenbuien die kunnen leiden tot overstromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De bijdrage van smeltend land en zee-ijs aan de zeespiegelstijging

A

Als landijs smelt, stijgt de zeespiegel. Bij de zee-ijs is dat nu niet het geval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voordeel van vegetatie

A

De boomgrens in poolgebieden verschuift naar Polen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klimaatverandering doorheen de geologische geschiedenis

A

De mammoeten die eerst in Vlaanderen leefde toen het 7°C kouder was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly