de grote oorlog Flashcards
1
Q
centralen
A
duitsland, oostenrijk en hun bondgenoten
2
Q
geallieerden
A
de VS, groot brittannië, frankrijk, rusland en de sovjet unie
3
Q
loopgraaf
A
uitgegraven gang waarin soldaen zich beschermden tegen de vijand
4
Q
millitairisme
A
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
5
Q
mobilisatie
A
gevechtsklaaar maken van het leger
6
Q
tweefrontenoorlog
A
oorlog waarbij in twee gebieden word gevochten
7
Q
wapenwedloop
A
race om de sterkste bewapening
8
Q
wereldoorlog
A
oorlog waarbij veel volken uit de wereld aan meeedoen