Brainscape
Find Flashcards
Make Flashcards
Why It Works
More
Educators
Businesses
Tutors & resellers
Content partnerships
Academy
About
Educators
Teachers & professors
Content partnerships
Tutors & resellers
Businesses
Employee training
Content partnerships
Tutors & resellers
Academy
About
Log In
Get Started
Brainscape's Knowledge Genome
TM
Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.
Entrance Exams
Professional Certifications
Foreign Languages
Medical & Nursing
Science
English
Humanities & Social Studies
Mathematics
Law
Vocations
Health & Fitness
Business & Finance
Technology & Engineering
Food & Beverage
Fine Arts
Random Knowledge
See full index
Dutch
> De Dierentuin (The Zoo) > Flashcards
De Dierentuin (The Zoo) Flashcards
Study These Flashcards
Dutch
(74 decks)
Emoties (Emotions)
De Familie (The Family)
Relaties (Relationships)
Normen en Waarden (Values)
Het Menselijk Lichaam (The Human Body)
In Het Messelijk Lichaam (Inside The Human Body)
Huisdieren (Pets)
De Dierentuin (The Zoo)
Vogels (Birds)
Reptielen en Amfibieen (Reptiles and Amphibians)
Insecten en Spinachtigen (Insects and Arachnids)
Zoodieren 1 (Mammals 1)
Zoodieren 2 (Mammals 2)
Vissen en Weekdieren (Fish and Mollusks)
Kleding 1 (Clothing 1)
Kleding 2 (Clothing 2)
Het Weer (The Weather)
De Seizoenen - Lente (The Seasons - Spring)
De Seizoenen - Zomer (The Seasons - Summer)
De Seizoenen - Herfst (The Seasons - Autumn)
De Seizoenen - Winter (The Seasons - Winter)
Tijd (Time)
Het Huis (The House)
Keuken Artikelen (Kitchen Items)
Slaapkamer Artikelen (Bedroom Items)
Badkamer Artikelen (Bathroom Items)
Woonkamer Artikelen (Living Room Items)
Eetkamer Artikelen (Dining Room Items)
De Archtertuin (The Garden)
De Wasruimte (The Cleaning Room)
De School/Universiteit (The School/University)
Het Kantoor (The Office)
Beroepen (Professions)
Transportmiddelen (Means of Transport)
Landschappen (Landscapes)
Sporten 1 (Sports 1)
Sporten 2 (Sports 2)
Kerstdag (Christmas Day)
Muziekinstrumented (Musical Instruments)
Fruit (Fruits)
Groentes (Vegetables)
Technologie (Technology)
Scheikunde (Science)
Astronomie (Astronomy)
Geografie (Geography)
Het Ziekenhuis (The Hospital)
De Boerderij (The Farm)
Voedsel (Food)
Gerechten (Dishes)
Zeevruchten (Seafood)
Vormen (Shapes)
De Supermarkt (The Supermarket)
Media (Media)
Het Attractiepark (The Fair)
Levelsgebeurtenissen (Life Events)
Bijvoeglijke Naamwoorden 1 (Adjectives 1)
Bijvoeglijke Naamwoorden 2 (Adjectives 2)
Bijwoorden (Adverbs)
Routebeschrijvingen (Directions)
Het Restaurant (The Restaurant)
Winklecentrum (The Mall)
Werkwoorden 1 (Verbs 1)
Werkwoorden 2 (Verbs 2)
Bouw 1 (Construction 1)
Bouw 2 (Construction 2)
Planten en Bomen (Plants and Trees)
Het Carnaval (The Carnival)
Het Atelier (The Workshop)
Kruidenierswinkel (The Grocery Store)
Reizen en Leven 1 (Travel and Living 1)
Reizen en Leven 2 (Travel and Living 2)
Speelgoed (Toys)
Het Verjaardagfeestje (The Birthday Party)
Tegenstellingen (Opposites)