De competenties en gedragsindicatoren Flashcards

Zeg luidop bij welke competentie het gedrag hoort.

1
Q

Je maakt verbeterende suggesties.

A

Initiatief nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Je stelt de juiste prioriteiten, rekening houdend met tijd, plaats, praktische gevolgen voor jezelf of anderen, …

A

Zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Je hebt een (volwassen) werkhouding.

A

Verantwoordelijkheidszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je houdt rekening met de mening, gevoelens en de situatie van anderen.

A

Empathie / inlevingsvermogen bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je kan zeggen waar je grenzen liggen en maakt dit tijdig kenbaar.

A

Zelfreflectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je bent stipt.

A

Verantwoordelijkheidszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je probeert je eigen gemaakte fouten zoveel mogelijk te beperken en te herstellen.

A

Verantwoordelijkheidszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je kan feedback relativeren.

A

Omgaan met feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je zegt wat je goed kan en wat je graag wil doen.

A

Samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Je weet wat je sterke kanten zijn.

A

Zelfreflectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Je bent betrouwbaar.

A

Verantwoordelijkheidszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Je kan en durft aangeven wanneer je hulp nodig hebt.

A

Zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je bewaart en bewaakt het overzicht.

A

Zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je denkt samen met de andere na over een oplossing.

A

Omgaan met feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je respecteert deadlines.

A

Zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Je brengt ideeën naar voor en kan deze onderbouwen .

A

Initiatief nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je zorgt ervoor dat ruzies op een goede manier uitgepraat worden.

A

Contactvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je sluit compromissen waar nodig.

A

Samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je durft nieuwe/andere plannen voor te stellen.

A

Initiatief nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Je toont respect voor degene die feedback geeft.

A

Omgaan met feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Je vraagt tips of hulp aan anderen bij je werk.

A

Samenwerking

16
Q

Je organiseert en plant taken zelf.

A

Zelfstandigheid

17
Q

Je praat vlot/graag met andere mensen, ook als ze anders zijn dan jezelf (bijv. andere opvatting of achtergrond).

A

Contactvaardigheid

18
Q

Je denkt na over de gevolgen van wat je doet.

A

Zelfreflectie

19
Q

Je geeft complimenten of kritiek op een gepast moment.

A

Omgaan met feedback

21
Q

Je behandelt vertrouwelijke gegevens met tact.

A

Verantwoordelijkheidszin

23
Q

Je geeft tips of helpt anderen bij hun werk.

A

Samenwerking

25
Q

Je spreekt over gedrag dat de andere ook echt kan veranderen.

A

Omgaan met feedback

26
Q

Je neemt spontaan een aantal taken op.

A

Initiatief nemen

27
Q

Je zet de eerste stap om iemand nieuw te leren kennen.

A

Contactvaardigheid

28
Q

Je weet wat je zwakke punten zijn.

A

Zelfreflectie

30
Q

Je kan je eigen functioneren beoordelen.

A

Zelfreflectie

31
Q

Je toont respect voor de gevoelens van anderen.

A

Empathie / inlevingsvermogen bezitten

32
Q

Je luistert aandachtig naar de kritiek of complimenten die je krijgt.

A

Omgaan met feedback

33
Q

Je begrijpt wat iemand je zegt en weet zo wat je moet doen.

A

Contactvaardigheid

34
Q

Je bent verdraagzaam (respectvol in de dagelijkse omgang met collega’s, niet roddelen, werkt samen zonder conflicten te bevorderen).

A

Samenwerking

35
Q

Je vertelt je mening en ideeën op zo’n manier dat anderen je begrijpen.

A

Contactvaardigheid

36
Q

Je zorgt ervoor dat je anderen niet beledigt of kwetst.

A

Empathie / inlevingsvermogen bezitten

38
Q

Je blijft contact houden indien nodig (ook in moeilijke situaties of bij conflicten).

A

Contactvaardigheid

39
Q

Je zet je net iets meer in dan strikt noodzakelijk.

A

Initiatief nemen

40
Q

Je houdt rekening met wat de anderen goed kunnen en graag doen.

A

Samenwerking

41
Q

Je leeft de afspraken van de organisatie na.

A

Verantwoordelijkheidszin

42
Q

Je bent kritisch en kan op die manier zowel iemands positieve als negatieve kanten benoemen.

A

Omgaan met feedback

43
Q

Je doet wat is afgesproken.

A

Samenwerking

44
Q

Je probeert de feedback te begrijpen. als iets niet duidelijk is, vraag je meer uitleg.

A

Omgaan met feedback

45
Q

Je begrijpt/ aanvaardt dat mensen een andere mening hebben of andere dingen belangrijk vinden.

A

Empathie / inlevingsvermogen bezitten

47
Q

Je bent eerlijk.

A

Verantwoordelijkheidszin

48
Q

Je toont respect voor de mening van anderen.

A

Empathie / inlevingsvermogen bezitten

49
Q

Je stelt andere mensen op hun gemak.

A

Contactvaardigheid

50
Q

Je durft naar jezelf kijken.

A

Zelfreflectie

51
Q

Je drukt je waardering uit tegenover anderen.

A

Samenwerking

52
Q

Je wil leren uit feedback.

A

Omgaan met feedback