Day 1 Flashcards
1
Q
Hoe heet jij?
A
Come to chiami?
2
Q
Makkelijk
A
Facile
3
Q
Moeilijk
A
Difficile
4
Q
Leuk je te ontmoeten
A
Nice to meet you
5
Q
Moeten
A
Dovere
6
Q
Zaak
A
Affare/negozio
7
Q
aangenaam
A
Nice to meet you
8
Q
Gezin
A
Famiglia
9
Q
Gauw
A
Presto
10
Q
Komt eraan
A
Coming soon