Datacom intro hoofdstuk 3 - Network protocols and communications Flashcards
Hoe verloopt communicatie?
Message Source -> Transmitter -> Transmission medium -> Reciever -> Message destination
Van moet men weten alvorens met elkaar te communiceren?
- Een gekozen zender en ontvanger
- Een gemeenschappelijke taal en grammatica
- De snelheid en de timing van de levering
- Bevestiging of erkennings-vereisten
Wat zijn de communicatie regels?
- Message encoding
- Message Formatting en Encapsulation
- Message size
- Message timing
- Message delivery options
Wat is message encoding?
Het proces voor het omzetten van informatie in de juiste vorm voor verzending
Wat is message formatting en encapsulation?
Het correct identificeren van het adres van de afzender en ontvanger
Wat is message size?
Te grote berichten worden in afzonderlijke frames verzonden die binnen de minimum en maximum grootte zitten. Bij de ontvanger worden de delen weer samen gezet naar het originele bericht.
Wat is message timing?
- Flow control: beheerd hoeveel informatie kan verzonden worden en aan welke snelheid
- Response time-out: protocol die aangeeft hoelang op reacties moet worden gewacht en welke actie moet worden ondernemen als er een time-out optreedt
- Access Method: bepaalt wanneer iemand een bericht kan verzenden
Wat zijn de message delivery opties?
- Unicast
- Multicast
- Broadcast
- (Anycast)
Welke soorten netwerk protocols zijn er?
- Network communications protocols
- Network security protocols
- Routing protocols
- Service discovery protocols
Waarvoor dienen network communications protocols?
Hiermee kunnen twee of meer apparaten over een of meer netwerken communiceren
Waarvoor dienen network security protocols?
Hiermee worden gegevens beveiligd om authenticatie, data integriteit en data encryption te bieden
Waarvoor dienen routing protocols?
Stellen routers in staat route-informatie uit te wisselen, pad informatie te vergelijken en vervolgens het beste pad naar het bestemmingsnetwerk te kiezen
Waarvoor dienen service discovery protocols?
Wordt gebruikt voor de automatische detectie van apparaten of services
Wat is een voorbeeld van protocol interactie?
- HTTP: bepaalt de manier van interactie tussen een webserver en een webclient
- TCP: beheert de individuele gesprekken. TCP verdeelt de HTTP berichten in kleiner stukjes, genaamd segmenten
- IP: verdeelt de segmenten in packets, wijst ze naar de juiste adressen toe en levert ze af op de destinatie
- Ethernet beschrijft twee primaire functies: de communicatie via een data link en de fysieke overdracht van data op de netwerkmedia
Wat is encapsulatie en decapsulatie?
Encapsulatie: Data -> Segment -> Packet -> Frame
Decapsulatie: Frame -> Packet -> Segment -> Data