D4 voc D3 Ned naar Frans Flashcards
1
Q
ophangen, vasthaken
A
accrocher
2
Q
een glas drinken
A
boire un verrre
3
Q
mooier maken
A
embiller
4
Q
installeren, plaatsen
A
installer
5
Q
vloerbekleding, plaatsen
A
mettre le revêtement de sol