D4 Flashcards
1
Q
according
A
volgens
2
Q
account for
A
verklaren
3
Q
amount to
A
op neerkomen
4
Q
argue
A
trachten te bewijzen
5
Q
attitude
A
standpunt
6
Q
bring up
A
naar voren komen
7
Q
claim
A
beweren
8
Q
come down to
A
op neerkomen
9
Q
conclude
A
besluiten
10
Q
what conclusion doe he reach?
A
tot welke conclusie komt hij?
11
Q
in connection with
A
met betrekking tot
12
Q
consider
A
beschouwen
13
Q
considering
A
in aanmerking nemend
14
Q
convey
A
meedelen, duidelijk maken
15
Q
emphasize
A
benadrukken
16
Q
expressed
A
uitdrukken, duidelijk maken
17
Q
illustrate
A
duidelijk maken, toelichten
18
Q
imply
A
suggereren, laten doorschemeren
19
Q
judging
A
naar… te oordelen, op grond van
20
Q
look upon
A
tegenover staan, beschouwen
21
Q
main purpose
A
belangrijkste doel
22
Q
meant to
A
bedoeld zijn om te, willen
23
Q
outline
A
schetsen
24
Q
paragraph
A
alinea
25
what point is made in?
wat is de kern van?
26
point out
onder de aandacht brengen, wijzen op
27
questioning
onderzoeken, zich afvragen
28
quote
citeren
29
refer to
verwijzen naar
30
reflects
weergeven
31
with regard to, regarding
met betrekking tot
32
regard
beschouwen
33
in what respect
in welk opzicht
34
under review
dat hier gerecenceerd wordt
35
serve
dienen ertoe om
36
statements
bewering
37
state
beweren
38
stress
benadrukken
39
sums up
samenvatten
40
summarized
samenvatten
41
support
ondersteunen, kracht bijzetten
42
view (znw)
opvatting
43
view (ww)
beschouwen, bezien