D1L2 taaluniversalia Flashcards
1
Q
taaluniversalia
A
kenmerken in alle natuurlijke talen
2
Q
natuurlijke talen
A
elke levende/dode taal die door de gebruikers als moedertaal werd beschouwd
3
Q
levende natuurlijke talen
A
talen doorgegeven van generatie op generatie
4
Q
absolute taaluniversalia
A
- minstens 2 klinkers
- bevat functiewoorden en inhoudswoorden
- elementen met deiktisch karakter (=aanwijzende voornaamwoorden)
5
Q
statistische universalia
A
- s gaat voor o in neutrale zinsvolgorde
- v kan veel plaatsen innemen
6
Q
voorwaardelijke universalia
A
- als dan
- als de taal svo is dan heeft ze voorzetsels