D - NL Flashcards
(aus)leihen, borgen
lenen
einen Antrag machen/stellen
een verzoek/aanvraag indienen
Jahr
jaar (jaren)
Regen m
regen
wichtig
belangrijk
(sich) fühlen
(zich) voelen
einfach, leicht
makkelijk
jähzornig
opvliegend, driftig
Reifen
band
Widerspruch m
tegenspraak, tegenstrijdigheid, contradictie, verzet, protest
ab, von … an
vanaf
eingestellt
gezind, georiënteerd
jeder
elke , elk , iedere , ieder
Reihe (an der …, Reihenfolge)
beurt (aan de)
widersprüchlich
tegenstrijdig, contradictoir, tegenstrijdigheden bevattend
abenteuerlich
avontuurlijk
einkaufen
boodschappen
jedermann
iedereen
reisen
reizen
wie
hoe
aber
maar
einraümen
verlenen, (toe)geven, afstaan (aan)
jemand
iemand
resignieren
geven
wieder
weer
aberkannt
beroofd
eins
een
jener
die (daar), dat (daar), gene, gindse, eerstgenoemd, andere
richtig
juist
wieso
hoezo
abfahren, aufbrechen, weggehen
vertrekken
einsilbige
eenlettergrepig, van weinig woorden, kort
Jenes
die (daar), dat (daar), gene, gindse, eerstgenoemd, andere
Rollo
rollijk
wieviel
hoeveel
abhanden
verloren
einstellen
staken, ermee ophouden, stoppen, beëindigen
Jenseits o
aan de andere, aan gene zijde, aan de overkant, hiernamaals, andere wereld
rosa
rose
winzig
heel weinig/klein/nietig, onbeduidend, minuscuul, onbelangrijk
ablehnen
afwijzen, weigeren bedanken voor, afslaan, verwerpen, afwijzend staan tegenover, niet erkennen
einstweilig
voorlopig tijdelijk
jetzt, nun
nu
rot
rood
wir
wij
Abmahnung (die)
waarschuwing
einzig(e)
enig(e)
Job, Stelle
baan
Rotkohl m
rodekool
wissen
weten (wist, h. geweten)
Abos
abonnementen
Eis
ijsje
Jugend v
jeugd
Rotkraut o
rodekool
Witwer
weduwnaar
Abstrakt
abstract
Eklat
éclat, opzien, sensatie, schandaal
jung
jong
rufen
roepen
Woche
week
abzählen
tellen
eloquente
welsprekend
Junge
jongen
Saal
zaal
woher
vandaan
acht
acht
Eltern
ouders
Kaffee m
koffie
sagen
zeggen
wohl, schon, doch
wel
Adjective o
bijvoeglijk naamwoord
Ende
einde
Kaffee/Tee kochen
koffie/thee zetten
samtliche
resigneren, afstand doen van, berusten in
wohnen
wonen (woonde, h. gewoond)
Akkusativ m
vierde naamval
England
Engeland
Kalkül m
berekening, overleg, afweging
Sauce
saus
Wohnung
flat
allein, nur
alleen
Engländer
Engelsman
Kaptiän
kapitein
Schade
jammer
Wohnzimmer
woonkamer
allerdings
evenwel echter, toch, nochtans, beslist, stellig, ongetwijfeld, weliswaar
Engländerin
Engelse
Karnevalsferien
krokus vacantie
Schaf
schaap
wollen
willen
allmählich
geleidelijk
englisch
engels
Karte
kaart
Schauer m
bui, vlaag
wünschen
wensen
Alltag
dagelijks leven
Engpass (der)
knelpunt
Käse
kaas
scheu
schuw
Zahl, Ziffer
cijfer
als, wenn, wie
als
entgegen, gegen, wider, zu, auf, zuwider
tegen
Kasus m
zaak, naamval
Scheune
schuur
zählen
tellen
also
dus
entgegengesetzt
tegengesteld
Kaufhaus
warenhuis
Schiff
schip
Zähler, Tachometer
teller
alt
oud
Entgelt
honorarium
kein, keine
geen
schlafen
slapen (sliep, h. geslapen)
zaudern
talmen, dralen, treuzelen, aarzelen, weifelen
Alter o
leeftijd o
entlang
langs
keinen Bezug zu etwas haben
geen relatie met iets hebben
Schlafzimmer
slaapkamer
zechen
pimpelen, drinken, hijsen, fuiven, feesten
amtierende
waarnemend
Entlohnung v
het (uit)betalen, (uit)betaling, loon
Keller
kelder
schlagen
slaan (sloeg, h. geslagen)
Zecke v
teek
an
aan
Epoche v
era, tijdperk
kennen
kennen
Schlamperei m
slordigheid, nalatigheid, onachtzaamheid, versloffing
zehn
tien
Angabe
specificatie
er
hij
Kind
kind
schlau
slim
Zeile v
lijn, regel, rij
angeblich
naar verluidt
Ereignis o
gebeurtenis
kläffen
blaffen
schlecht
slecht
Zeit
tijd
Angestellter
bediende
erheblich
aanzienlijk, aanmerkelijk, belangrijk
Klausur
tentamen
schlimm, sehr, arg
erg
ziemlich
nogal
ängstlich
angstig
erkältet
verkouden
klein
klein
schnarchen
snurken
Zimmer
kamer
Anhieb
onmiddellijk
erläutern
(nader) verklaren/toelichten, annoteren, commentariëren
Klient
kliënt
Schnee
sneeuw
Zocker m
gokker, iemand die geluksspel speelt
Anleger
belegger, investeerder
erliegen
bezwijken
Klingel
bel
schnell
sne, gauw, vlug
zornig
toornig, driftig, woedend
Anleger (der)
beleggers
erneuerbar
hernieuwbare
klingeln, läuten, anrufen, telefonieren
bellen
schon
al
zu
te
Anliegen
verzoek
erst
pas
Kneipe
cafe
schön
mooi
zu zweit
met z´n tweeën
anmieten
afhuren
erstatten
terugbetalen, vergoeden, restitueren, doen, brengen, geven
kollektiv
collectief, gemeenschappelijk, gezamenlijk, als geheel
Schrank
kast, kasten
zu, nach (Richtung)
naar
anprobieren
passen
erste(r), erste, erste(s)
eerste
Köln
Keulen
Schreibmaschine
schrijfmachine
Zucchini p
courgette
Anregung (die)
excitatie
erstrecht
eerste recht, recht van voorrang, prioriteitsrecht
kommen
kome
schriftlich
schriftelijk (op schrift)
Zucchini v
courgette
ansässig
ingezetene
erwähnen
noemen
Konkurs m
faillissement, bankroet
Schule
school
Zucker
suiker
anstelle von
in plaats van
erwarten
verwachten
können
kunnen
Schwalbe
zwaluw
zudem
bovendien
Antrag m
verzoek(schrift) aanvraag, rek(w)es, aanvraagformulier, voorstel, motie, (huwelijks)aanzoek, aanbod
erwischen
pakken, vatten, snappen, betrappen, arresteren
Konserve (v)
geconserveerde levensmiddelen
schwarz
zwart
zuerst
eerst
antragen
aanbieden
erzählen
vertellen
Konsonant m
medeklinker
schwer
zwaar
zufällig
toevallig
Antrieben
drives
es
het
Kontrahent
tegenstander
schwer
moeilijk
zufolge (voorzetsel + e, e naamval)
volgens, op grond van
Antwort
antwoord
es geht
het valt me (meevallen)
Krach
lawaai
Schwiegereltern
schoonouders
zufrieden
tevreden
Anzeige, Annonce
advertentie
es tut mir Leid
het split me
Krämerladen
winkel
sechs
zes
Zug
trein
arbeiten
werken
Esszimmer
eetkamer
krank
ziek
See
meer
zuhause, nach Hause
thuis
ärgerlich
vervelend
Etat
begroting
Kravatte
stropdas
Segelboot
zeilschip
zum Beispiel
bijvoorbeeld
Armbanduhr
horlogen
fahnden
(intensief) zoeken/speuren, een onderzoek instellen
Küche
keuken
segeln
zeilen
zumute
voelen
Artikel m
lidwoord
Fahndung v
speurwerk
Kümmel m
kummel, komijn
sehen, schauen, anschauen
zien
zunächst
allereerst
Aschenbecher
asbok
Fahndungsdienst m
opsporingsdienst, recherche
Kunde
klant
sehr, ganz, (eine Menge)
heel (wat)
zurück
terug
atypisches
atypische
fahren, reiten
rijden
Kundgebung v
betoging, demonstratie, meeting uiting, blijk, betuiging mededeling, bekendmaking
sein
zijn
zusammen
zamen
auch
ook
fahrlässige
nalatig
kurz
kort
seit
zins
zuvor
voor
auf einmal, plötzlich
ineens
Fahrrad
fiets
Lähme
verlamd
Seite
pagina
zwanzig
twintig
Auf Wiedersehen
tot ziens!
Familie
gezin
Laie m
leek
Selbstverwaltung v
zelfbestuur, zelfstandig bestuursorgaan
zwei
twee
Aufbruch
vertrek
Familie
familie
Lampe
lamp
Sensation
sensatie (sensaties)
zweisprachig
tweetalig
Aufgabe
taak
Farbe
kleur
lange
lang
setzen, stellen
zetten
zweite
tweede
Aufwand
uitgaven
fassungslos
in de war, van zijn stuk, sprakeloos
lassen
laten
sich freuen über…, freudig, froh, fröhlich, erfreut, zufrieden
blijen, blij met
zwischen
tussen
Aufwand m
aanwending, inzet, gebruik, verbruik, moeite, kosten, uitgaven, onkosten, besteding, luxe, uiterlijk vertoon
faulenzen
niksen
Lässig
nonchalant, achteloos, luchtig
sich genehmigen
zichzelf trakteren op, pakken, nemen, zich gunnen
zwölf
twaalf
Aufzählung v
opsomming
Femininum
vrouwelijk
laufen
lopen
sich sehnen
(vurig) verlangen, hunkeren, smachten, snakken
Augenblick, Moment
ogenblik
Fenster
raam
Laut m
klank, geluid, uitroep
sicher, bestimmt, sicherlich, gewiss
zeker
aus
uit
Fensterbank
vensterbank
Lebensmittelhändler
kruidenier
sie (plural)
zij
ausgezeichnet
uitstekend
Ferien, Urlaub
vakantie (met vakantie zijn)
Lebewesen o
levend wezen
Sie, Du
u
ausgleichen
compenseren
Festakt m
feestelijke plechtigheid
lecker, toll, prima, schön
lekker
sieben
zeven
ausleihen
uitlenen
Feuerzeug
aansteker
Leder o
leer
Singular m
enkelvoud
Auslese (die)
selectie(s)
Film m
film
Legislatur v
legislatuur, wetgeving, kabinetsperiode, regeringsperiode, legislatuurperiode, wetgevend lichaam
Sinkkasten m
rioolput
auslösen
trekker
finden, halten für
vinden
leicht
licht
Sinn, Wille, Lust, Wunsch (Lust haben auf …)
zin , (zin hebben in …)
außer
behalve
Fisch
vis
lesen
lezen
Sinnbild o
symbool, zinnebeeld
außerdem
bovendien, buitendien, daarenboven, behalve dat
Flagge
vlag
letzt
laatste
skurril
potsierlijk, lachwekkend, zonderling, vreemd, wonderlijk
Aussprache, Urteil
uitspraak
Flaute
luwte
letztendlich
tenslotte
so
zo
auswechseln, verwechseln, wechseln
verwisselen
Fleiß m
vlijt, ijver
Lied
lied
Socke
sok
Auto
auto
fliegen
vliegen
liegen
liggen
Sohn
zoon
Avocado v
avocado
Flur
gang
lila
paars
Sojasprossen mv
taugé
Bäcker
bakker