CVA Flashcards
(Hyper) acute revalidatiefase
0 tot 24 uur. Deze
fase wordt gekenmerkt door medische diagnostiek, voorko- men van progressieve schade aan de hersenen en secundaire complicaties. Er wordt gestreefd naar tijdige mobilisatie en vroegtijdig geïnitieerde revalidatie.
Vroege revalidatiefase
24 uur t/m 3 maanden. Deze fase wordt gekenmerkt door revalidatie, gericht op restitutie van functie en, indien dit niet mogelijk is, op het aanleren van compensatiestrategieën, zodat beperkingen in activiteiten en participatie worden voorkomen of verminderd. Zo nodig wordt aandacht besteed aan aanpassingen in de omgeving of zorgverlening aan huis.
Late revalidatiefase
3 tot 6 maanden. Deze fase is een vervolg op de vroege revalidatiefase, waarin de nadruk ligt op het voorkomen of verminderen van beperkingen in acti- viteiten en participatie. Zo nodig wordt aandacht besteed aan aanpassingen in de omgeving of zorgverlening aan huis.
Revalidatie in de chronische fase
6 maanden of meer. Deze fase wordt gekenmerkt door ondersteuning
en begeleiding van de patiënt (‘support’, i.e. behoud en preventie), met als doel het verwerkingsproces te ondersteu- nen, het maatschappelijk functioneren en het leren omgaan met beperkingen te optimaliseren, het behoud van de fysieke fitheid te bevorderen en de kwaliteit van leven te monitoren. In geval van functionele verbetering of verslechtering wordt gericht ingezet op respectievelijk (tijdelijk) continueren van de therapie of het opnieuw bereiken van het na de initiële revali- datie bereikte niveau van functioneren.
De stappen van methodisch handelen
- Aanmelding, oriëntatie op de hulpvraag, screening en informatie aan de patiënt.
- Anamnesegesprek
- Fysiotherapeutisch onderzoek
- Formulering van de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling
- Behandelplan
- Uitvoering behandelplan
- Evaluatie
- Afsluiting
Instellingen die tot de stroke service worden gerekend
- ziekenhuis stroke units
- revalidatiedentra
- verpleeghuizen
- huisartsvoorzieningen, praktijken fysiotherapie en instellingen voor wijkverpleging
Belangrijke aan fysiotherapie gerelateerde aspecten zijn
- het vroegtijdige mobiliseren van de patiënt binnen 24 uur na het ontstaan van CVA
- het hebben van gemeenschappelijke doelstelling binnen het team
- regelmatige bijscholing van teamleden
- het systematisch screenen van patiënten
het behandelteam bestaat uit
arts, verpleegkundige, fysio, ergotherapeut, logopedist, neuropsycholoog, maatschappelijk werker, bewegingsagoog, activiteitenbegeleider, diëtist en apotheker
rol van de fysio op de stroke service
- vastleggen zorginhoudelijke gegevens
- zich op de hoogte houden van het interdisciplinair vastgestelde revalidatiebeleid
- regelmatig objectiveren van het functioneren van de patiënt
intensiteit van oefentherapie
is afhankelijk van de balasting-belastbaarheid van de patiënt. (ongeveer 45 min per dag oefenen)
7 basismeetinstrumenten
- MI
- TCT
- BBS
- FAC
- 10MLT
- FAT
- BI
Aanbevolen meetinstrumenten
- FMA
- 10MLT
- 6MWT
- TIS
- TUG
- ARAT
- NHPT
- NEADL
- SSQOL
- NNM
- MAS
- EmNSA
- NIHSS
- NPRS
- FES
- FSS
- HADS
- MoCA
- O-LCT
- CSI
Wanneer worden basismeetinstrumenten afgenomen?
- Tijdens het diagnostisch proces
- bij afsluiting van de behandelperiode of overdracht
- aan het einde van de eerste week, na 3 maanden en na 6 maanden
Wanneer worden de aanbevolen meetinstrumenten afgenomen?
Afhankelijk van de hulpvraag van de patiënt
Hoeveel % hersteld binnen 3 maanden?
80%
Meetmomenten voor prognose
< 48 uur
wekelijks gedurende de eerste maand, daarop volgend maandelijks tot de 6e maand
Halfjaarlijks bij incompleet herstel binnen 6 maanden
Meetinstrumenten loopvaardigheid
bepalen prognose
-TCT
-MI
evt
-FMA
-BI
-NIHSS
-BI
-FAC
Meetinstrumenten handvaardigheid
bepalen prognose
-FMA
-MI
evt
-FAT
-ARAT
basale ADL vaardigheden meetinstrumenten
bepalen prognose
-BI evt -NIHSS -MI -FAC mRS
Prognose loopvaardigheid
ongeveer 70 tot 80 % van de patiënten met een CVA kan na verloop van tijd weer zelfstandig lopen. Dus in principe gunstig
Wanneer vindt het meeste herstel plaats?
eerste 3 maanden
Een goede prognose voor de loopvaardigheid in de eerste paar dagen kan gemeten worden door?
- TCT = 25 punten
- MI = >25 punten
- Fugl-Meyer = >19 punten
Hoeveel % van de patiënten met een arm/ hand parese hersteld volledig binnen 6 maanden?
34%
Wanneer de patiënt na 2 weken nog geen willekeurige grijpfunctie heeft is er sprake van?
een negatieve prognose
Welk meetinstrument wordt gebruikt om de zelfstandigheid in ADL na de eerste week te meten?
BI
Prognostische factoren voor de loopvaardigheid zijn
- initiële redelijk goede ADL vaardigheden
- jonge leeftijd
- afwezigheid van homonieme hemianopsie
- continentie voor urine
- afwezigheid van premorbide beperkingen in loopvaardigheden en ADL
Risicofactoren voor het krijgen van een CVA
-hoge leeftijd
-mannelijk geslacht
-een eerder doorgemaakte CVA of TIA
-hypertensie
-diabetes mellitus
-roken
coronaire hartziekten
-overmatig alcoholgebruik
-lichamelijke inactiviteit