Culturele Psychologie Module 2

Question 1

Unpacking linkage studie

Answer 1

Cross culturele vergelijkingen die de content van globale concepten van de cultuur terugbrengen tot specifieke, meetbare psychologische constructen en hiervan de bijdrage aan culturele verschillen onderzoeken

Question 2

Experimenten

Answer 2

Studies waarbij onderzoekers proefpersonen willekeurig in condities indelen om oorzaak-gevolg reacties te meten

Question 3

Kwalitatieve verschillen

Answer 3

Kijken of constructen daadwerkelijk anders zijn in andere culturen

Question 4

Kwantitatieve verschillen

Answer 4

Kijken of er verschillen zijn in niveau of scores van bepaalde constructen

Question 5

Individueel meetniveau

Answer 5

gaat over een individu

Question 6

ecologisch meetniveau

Answer 6

gaat over een heel land of cultuur

Question 7

multi level studies meetniveau

Answer 7

dataverzameling van zowel individueel als ecologisch niveau

Question 8

Kwalitatief onderzoek

Answer 8

natuurlijke omgeving, interpretatie onderzoeker, verhalend, onderhevig aan bias

Question 9

kwantitatief onderzoek

Answer 9

onafhankelijke en afhankelijke variabele, quasi-experimenten, variabelen lastig te controleren, eveneens onderhevig aan bias

Question 10

ecologische misvatting

Answer 10

metingen die verricht zijn op nationaal niveau leiden niet tot conclusies die je kunt trekken op individueel niveau. –> uitspraken over nationaal niveau a.d.h.v. individuele data kan wel.

Question 11

dichotomie

Answer 11

ecologische misvattingen ontstaan omdat hier geen sprake van is; er is geen scheiding tussen 2 concepten, maar een overlapping. Mensen denken wel in vormen van dichotomie (erg zwart wit)

Question 12

Bias

Answer 12

systematische afwijkingen die de vergelijkbaarheid van de data in gevaar brengt over steekproeven heen, door de verschillen in interpretatie.

Question 13

random error

Answer 13

zijn onvoorspelbaar en kunnen niet worden gerepliceerd door het experiment te herhalen, ze blijven altijd bestaan en zijn dus niet erg

Question 14

systematische error

Answer 14

consistente fouten die zich blijven herhalen op dezelfde plek ondanks het experiment herhaald wordt.

Question 15

Interpretatie

Answer 15

Belangrijk om echte culturele verchillen te ontdekken en niet uit te sluiten dat de geobserveerde verschillen te wijten zijn aan de interpretatie van het beantwoorden van de onderzoeksvraag. –> hoe minder bias; hoe hoger de equivalentie

Question 16

construct bias

Answer 16

het te meten construct is niet identiek over groepen; de theoretische conceptualisatie moet dus goed gespecificeerd worden.

Question 17

filial piety

Answer 17

gedrag dat wordt geassocieerd met het zijn van een goede zoon of dochter

Question 18

method bias

Answer 18

er worden verschillen tussen culturen aangetoond die er in werkelijkheid niet zijn. (sociaal wenselijke antwoorden).

Question 19

steekproeven

Answer 19

cross culturele variatie in de steekproef

Question 20

instrumenten

Answer 20

bekendheid van de stimuli

Question 21

schaalgebruik

Answer 21

verchillende culturen gaan anders om met bepaalde antwoordschalen

Question 22

acquiescence

Answer 22

ja knikkers –> ze zijn het eens ongeacht de inhoud. lage ses uit collectivistische contexten

Question 23

extreme responding

Answer 23

hele hoge of lage antwoorden (aziaten gebruiken vaker de middenweg, westerse mensen meer extreme antwoorden)

Question 24

reference group effect

Answer 24

de antwoorden worden beinvloed door hun impliciete sociale vergelijking met anderen

Question 25

afname/procedure

Answer 25

afnamecondities hebben invloed op de uitkomsten

Question 26

item bias

Answer 26

de vraag die gesteld wordt, kan een andere betekenis hebben in verschillende culturen

Question 27

equivalentie

Answer 27

de mate waarin men de data over culturen kunnen vergelijken; data omzetten zodat het vergelijkbaar/equivalent wordt