Critici van Hegel Flashcards

1
Q

Synoptische invalshoek

A

“We moeten altijd op zoek gaan naar het globale beeld van het verleden. Elke tijd bevat de totaliteit van zijn menselijke essentie.” Er is geen hoogtepunt é verval, in elke tijd is de menselijke essentie integraal aanwezig. => Schnaase verwerpt zo de historische ideologische onderbouw van Hegel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie stadia van integratie

A
  1. De sterkste fase: Een geniale architect krijgt de kans zijn concept uit te voeren -> Zet zo een nieuwe standaard
  2. Het geniale concept wordt in detail bestudeerd en geïntegreerd: Een nieuw genre ontstaat
  3. Het genre wordt zo sterk geïntegreerd dat het representatief wordt voor de kunst op langere periode: Een complete stijl is ontwikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Naïeve poëzie - Sophocles

A

Griekse theaterschrijver. Zijn toneelstukken zijn pareltjes, ze zijn de uitdrukking van het feit dat de band tussen de auteur en de natuur nog niet kapot is. Sophocles als persoon is nog onderdeel van de natuur = naïef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sentimentele poëzie - Romantische kunstenaars

A

Kunstenaars van de romantiek beseffen dat zij dat wat Sophocles zo interessant maakte nooit meer kunnen bereiken. Die kwaliteit van gewaarwording waarbij die kunstenaar gewoon in de natuur rondloopt en de natuur in zich opzuigt. Die gewaarwording zullen de kunstenaars van de romantiek nooit meer kennen omdat die voor altijd verloren is. Romantische zielen verlangen hiernaar, naar de originele toestand van natuurlijkheid = Sentimentele poëzie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grondbegrip

A

Een structureel principe dat de volledige wereld en haar verschijnselen kan beantwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De wil

A

Alles wat onkenbaar is. Iets wat nooit door het grondbegrip onderworpen zal worden, waar we nooit vat op kunnen hebben, nooit invloed op zullen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly