Criminalistiek en bewijswaardering Flashcards
Definities forensische wetenschap
Forensic science is the application of scientific principles and technological practices
fort he purposes of justice in the study and resolution of criminal, civil and regulatory
issues
- Forensic science is a systematic endeavor to describe how events of legal concern
have happened based on observation, hypothesis formation, and experiment - Criminalistics is the science of individualization
- Criminalitstiek is terugredeneren – vanuit welke bron komt dit spoor? Reconstrueren
op wat er in het verleden heeft afgespeeld op een rationele manier
NFI
Nederlands Forensisch Instituut
NFI Missie:
- Namens zijn cliënten maakt het NFI gebruik van de modernste technologie en
wetenschap om forensische diensten van hoge kwaliteit te bieden
- Gericht op waarheid, geleid door wetenschap, voor een gerichte samenleving
Organisatie:
- Heeft geen opsporingsbevoegdheden of taken
- Heeft geen toezichthoudende rol op het OM, de politie of andere opdrachtgevers
- Een onafhankelijke dienstverlener
- Aanvragers zijn vrij om een forensische dienstverlener te kiezen
Kerntaken
- Onderzoek in strafzaken (70%)
- Research en development (15%)
- Centrum van kennis en expertise (15%)
Medisch/ biologisch
- DNA analyse
- Niet-humaan DNA analyse
- Haaranalyse
- Bloedspoorpatroon analyse
- Leeftijdsschatting van levende personen
- Forensische antropologie
- Forensische geneeskunde
- Forensische pathologie
- Toxicologie
Fysisch/ chemisch
- Afvalstoffen en risico’s
- Brandstichting, technisch, en materiaalonderzoek
- Explosies en explosieven
- Werktuigsporen
- Verkeersongeval onderzoek
- Wapens en munitie
Microsporen
- Forensische elementen analyse
- Schotrestenonderzoek
- Glas, verf, plakband, en lijm onderzoek
Verdovende middelen
- Verdovende middelen onderzoek
- Onderzoek productie verdovende middelenen
- Vergelijkend onderzoek
Digitale technologie en biometrie
- Gesloten en open systemen
-datacommunicatie
- Beeldanalyse en biometrie
- Gezichtsvergelijking
- Spraak- en audioanalyse
- Vingersporen onderzoek
Front office
- Forensisch advies/ forensisch intake
- Front desk (ontvangt van bewijsmateriaal)
Aanvragers (internationaal)
- OM
- Politie
- De rechterlijke macht
- Fiscale inlichten en opsporingsdienst
- Nationaal coördinator terrorismebestrijding
- Nederlandse mededingingsautoriteit
- Immigratie en naturalisatiedienst
- Verenigde naties
- Internationale tribunalen
Samenwerking
Nationaal en internationaal met:
- Forensische instituten
- Universiteiten en hogescholen
- Kennisinstituten
- Bedrijven
Brandversnellende middelen
Bij brandstichting wordt vaak gebruik gemaakt van wat de boel op gang laat. Is er gebruik
hiervan gemaakt? Is hier sprake van brandstichting? Wat voor type spul is dat? Uit welke
bron komt dat?
- Bewijsmateriaal – brandresten (de zwarte troep die je aantreft) of referentiemateriaal
van vloeistoffen die zijn aangetroffen
- Analyse: GC- MS-MS
- Interpretatie:
o Database
o Mening van deskundige
Verdovende middelen
Verdovende middelen
- Classificatie, kwantificatie, drugs intelligence
- Bewijsmateriaal: poeders, pillen, vloeistoffen
- Analyse: micro-chemische tests
- GS-FID, HPLC-UV, GC-MS
- Interpretatie
o Databanken
o Mening van deskundige
o Statistische modellen
Micro sporen
Glas, vezels, verf, polymeren
- Vragen
o Bron
o Overdracht mgoelijkheden
Plaats delict -> <- verdachte
o Activiteit
- Bewijsmateriaal
Interpetatie: op basis van ervaring, statistiek en simulaties
Verkeersongevallen
Verkeersongevallen
- Reconstructie, snelheid
- Bewijsmateriaal: voertuigen, bandensporen
- Analyse: monte-Carlo simulatie
- Interpretatie: op basis van ervaring, statistiek, en simulaties
Schotresten
Schotresten
Een deel van de schotresten gaat terug naar de hand van de persoon die heeft geschoten.
Zijn er schotresten? Schootafstand? – lukt binnen eerste halfmeter (75 cm) kan je hier iets
van zeggen
- Bewijsmateriaal
o Schiethanden (stubs)
o Kleding
o Munitie
o Vuurwapens
- Analyse
o Chemische tests
o Scanning electron microscope (SEM)
o Röntgen analyse
- Interpretatie
DNA-profilering
DNA-profilering
Jeffreys, 1984
Humane biologische sporen (DNA)
Vragen
- Vind DNA
- Van wie is het DNA?
- Hoe is het daar gekomen?
Menselijke biologische sporen (DNA)
Analyse
- Autosomale DNA profilering (STE)
- Enkelvoudige of gemengde profielen
Andere:
- Y-chromosomaal DNA – nadeel: je kunt geen onderscheid maken tussen mannen in
een familie omdat deze wordt doorgegeven
- Mitochondriaal DNA – nadeel: je kunt geen onderscheid maken tussen vrouwen in
een familie
- RNA (celtype): welke celtype heb je te maken in het biologische spoor?
- LCN (Low copy number) of low template DNA (minimale sporen): er wordt een extra
formering stap aan toegevoegd, wat wel gevolgen zal hebben voor de interpretatie.
Een aantal pieken – je kan alleen zeggen of het een man of een vrouw is. Je hebt cijfers die je
met elkaar kunt vergelijken. Per kenmerk moet je denken dat de kans voor toeval heel snel
afneemt.
Komt profiel van spoor overeen met profiel van verdachte?
- Interpretatie
o Bron van spoor, random match probability
o En minder vaak, maar in toenemende mate:
Wanneer werd het spoor achtergelaten?
Hoe is het spoor daar gekomen?
Wat voor soort cellen zijn het?
o Contect is belangrijk
Welk bewijsmateriaal?
Waar is het gevonden?
Pathologie
Vragen
o Doodsoorzaak
o Tijdstip van overlijden
o Beschrijf verwondingen
o Wijze van overlijden (verschil van doodsoorzaak, bijvoorbeeld geen zuurstof
naar de hersenen – dit kan door verschillende manieren komen zoals
verdronken, of gestikt)
- Analyse
o Uitwendige en inwendige autopsie (verwondingen, afwijkingen)
- Interpretatie
o Relateer observaties aan medisch dossier en omstandigheden. De
waarnemeningen worden gerelateerd aan het medisch dossier en de
omstandigheden van de zaak om te achterhalen wat er is gebeurd
Milieu onderzoek
- Vragen over vervuiling
o Bron
o Timing
o Hoeveelheid en samenstelling
o Relateer aan de wet
o Toxiciteit, gevaar - Interpretatie
o Bemonsteringsstrategie
o Foutenmarges
o Referentiegegevens
o Mening van deskundige
Document onderzoek
Documentonderzoek
- Hoe, door wie, wanneer werd het gemaakt?
- Is het authentiek?
- Wat staat er?
Bewijsmateriaal:
- Anonieme brieven
- Vervalsingen
- Contracten
- Kopieën
Analyse:
- Microscopie
- Raman spectroscopie
- Spectral imaging
Gedownload door Thijs van de Bult (thijsvandebult@gmail.com)
lOMoARcPSD|22751530
- ESDA
- Beeldbewerking
- TLC
- GC-MS
Interpretatie
- Mening van deskundige
Toxicologie
Vragen
- Welke vreemde stoffen worden gedetecteerd?
- In welke concentrratie?
- Is stof gerelateerd aan: wat betekent het?
o Doodsoorzaak?
o Gedrag. Bewustzijn?
o Rijvaardigheid?
o Gezondheid?
- Bewijsmateriaal
o Lichaamsvloeistoffen
Bloed, urine, gal
Analyse:
- Chromatografie
- Elektroforese
- UV-spectroscopie
- Massaspectrometrie
Interpretatie:
- Vergelijking resultaten met referentiewaarden
- Rekening houdend met:
o Tijd tussen incident en bemonstering
o Postmortale veranderingen, herverdeling
o Plaats van bemonstering
o Wisselwerking tussen stoffen
o Beperkingen van de analyse
o Na de dood kunnen er nog steeds veranderingen komen, waardoor stoffen etc
zich herverdelen
Vingerafdrukken onderzoek
- Maak vingerafdrukken zichtbaar
- Bewijsmateriaal: oppervlakken van substraten
- Analyse: chemische behandeling, lichtbronnen, fotografie/ beeldbewerking
Detectie: - Methoden, sequenties,
o Materiaal van oppervlak
o Porositeit oppervlak
Criminalistische processen
Identificatie: samenstellen van sporen (bijvoorbeeld drugs). Een vingerspoor noemen
we geen identificatie, dat noemen we namelijk individualisatie.
- Classificatie: bepaal klasse, type spoor (haren, vezels). Het classificeren van een
bepaald spoor
- Individualisatie: aanwijzen van unieke bron van sporen (denk hierbij aan
vingersporen, dit komt van een bepaald persoon)
- Associatie: relevant contact van bepaalde voorwerpen (bijvoorbeeld tussen twee)
- Reconstructie: bepalen hoe het gebeurde, aard en plaats van de gebeurtenissen in
tijd en ruimte
Klassieke principes forensische wetenschap
Locards exchange principles, transfer principle
- Every contact leaves a trace (onterecht, zelfde argument als every contact wipes a
trace)
- Je moet in twee richtingen zoeken. Een dader kan sporen achterlaten op zijn eigen
kleding, maar een dader kan ook sporen achterlaten op het slachtoffer of het plaats
van delict. Transfer principle is dus het idee dat twee richtingen
Divisibility of matter
Keith inman, norah rudin
- Matter divides into smaller components when suffient force is applied. The component parts
will acquire characteristics created by the process of division itself and retain
Dieter Buhmann
- De methode is zo eenvoudig en efficiënt dat het hem verbaasde dat niemand daar
eerder aan dacht.
Alphonse bertillon
- Antropometrie
o Bijvoorbeeld lengte van het lichaam, lengte en breedte van de schedel,
grootte van het rechteroor en de linkervoet
o 1883: eerste herkenning van een recidivist door vergelijking van metingen met
eerder geregistreerde antropometirsche gegevens.
Vingerafdrukken werkt zoveel beter dan andere metingen, waardoor die andere metingen
waren opgehouden.
De manier van interpreteren en redeneren was eigenlijk deductie. Je haalt uit 2 premissen
die waar zijn, een conclusie. Als deze premissen waar zijn, dan is de conclusie ook waar.
Alle mensen zijn sterfelijk, grieken zijn mensen dus grieken zijn sterfeklijk
- Major en mining premis
Gedownload door Thijs van de Bult (thijsvandebult@gmail.com)
lOMoARcPSD|22751530
- Individualisatie principe: dat kan geen toeval zijn.
- Bepaling van de unieke gemeenschappelijke bron van het bekende en onbekende
materiaal (referentie en spoor)
- Huber: als je een zodanig veel overeenkomsten hebt dat geen toeval kan zijn, dan kan
het ook geen toeval zijn dat een ander dat deelt.
- Osborn: questioned documents: je kan toeval uitsluiten.
- Tuthill: als we genoeg overeenkomsten vinden, kunnen we uitsluiten dat het toeval
zijn en kunnen we met zekerheid aanwijzen wat de bron is. dit is het denkschema van
individualisatie
Traditionele individualisatie
Vergelijk spoor met referentiemateriaal
- Zoek naar overeenkomsten
- Zoek naar verschillen
- Bepalen of verschillen verklaarbaar zijn, d.w.z. niet in strijd zijn met een
gemeenschappelijke oorsprong
- Bepaal of de overeenkomsten voldoende groot zijn om een waarschijnlijke
individualisatie te spreken? Wanneer is het voldoende groot? In de basis kunnen we
nooit een unieke oorsprong bepalen zonder alle andere kandidaten te observeren en
uit te sluiten.
- Thornton and peterson: klassenkenmerken die veel gemeen hebben, die helpen om
een hele groep uit te sluiten. Je kunt heel snel een hoop kandidaten uitsluiten omdat
ze al in de verkeerde categorie zitten. Met die klassenkenmerken kan je niet de unieke
bron uitsluiten
- Een zo’n individueel kenmerk is nog niet uniek, maar een aantal individuele
kenmerken bij elkaar is wel uniek -> er zijn nog steeds kansen dat er iets door toeval
ontstaat en hier moet je rekening mee houden.
Uniciteit en uniqueness wordt vaak misbruikt en zorgt vaak voor verwarring:
- Alle objecten zijn uniek. Twee objecten kunnen niet dezelfde positie in tijd en ruimte
innemen. Geen twe objecten zijn identiek, zelfs als we ze niet kunnen onderscheiden.
Aristoteles logica – deductie
Syllogisme
- Major premisse
- Minor premisse
Als alle mensen sterfelijk zijn, en alle Grieken zijn mensen -> dan zijn alle Grieken sterfelijk.
Conclusies moeten worden getrokken uit alle noodzakelijke juiste premissen. Dit is sprake bij
deductie. Als we conclusies willen stellen die gebruikelijk of mogelijk kunnen zijn, dan
hebben we premissen die dit ook zijn.
De meeste van de dingen waarover we beslissingen nemen, en waarin we dus geïnteresseerd
zijn, geven ons alternatieve mogelijkheden (kansen, waarschijnlijkheid).
Wat aristoteles nodig had: inductie. Daarmee kunnen we ook met onzekerheden redeneren.
Dit is dus probabilistisch
Aristoteles miste het concept van waarschijnlijkheid. Redeneren: je overtuiging wordt
versterkt door waarnemingen.
Inverse probability: je bent uit de gevolgen de oorzaak aan het onderzoeken. Een event has
happened, such as might have arisen from different causes: what is the probability that any
one specified cause this produce the event, to the exclusion of the other causes?
John Stuart Mill: in every induction we proceed from truths which we knew, to truths which
we did not know: from facts certified y observation, to facts which we have not observed,
and even to facts not capable of being now observed.
Je hebt je waarnemingen: maar waardoor doe ik deze waarnemingen? Wat is de oorzaak?
Criminalistiek is terugredeneren
Wij hebben waargenomen sporen (gevolgen) als een gegeven, en zijn geïnteresseerd in
mogelijke oorzaken
- We redeneren terug van spoor naar oorzaak
o Wie heeft het achtergelaten?
o Wanneer werd het spoor achtergelaten?
Holmes: most people, if you describe a train of events to them, will tell you what the results
would be.
Hij sprak over terugredeneren.
Bayes: oorzaak -> gevolg. Hij stelde ons in staat om terug te redeneren van gevolg naar
oorzaak op een wetenschappelijke juiste manier.
Principes van terug redeneren
Er zijn verschillende concurrerende hypothesen. Als je maar 1 voor mogelijk houdt, ga
je nooit wat anders vinden
o Vermijd tunnelvisie, overweeg meerdere hypothesen
o Bewijs is relatief, hangt af van alternatieve hypothese
- Deskunidgen hebben niet alle informatie in een zaak
o Niet alle informatie om de waarschijnlijkheid van een hypothese in te schatten
o Moeten binnen hun vakgebied blijven
Hypothesen
Beweringen die waar of onwaar zijn
- Meer dan 1 hypothese
- Meestal in paren
- Moeten aan elkaar uitsluiten – ze mogen elkaar niet overlappen. Dus ze mogen niet
tegelijkertijd waar kunnen zijn.
- Hoeven niet uitputtend te zijn – ze hoeven niet alle mogelijke opties te vervullen
- Moeten relevant zijn
- Moeten specifiek zijn
Odds, kansverhouding
10 tegen 1 dat het morgen regent! De kans is 10 keer groter dat het morgen regent dan dat
het niet regent.
Er zijn twee mogelijkheden (2 hypotheses). Het is een verhouding van 2 kansen. De kans van
het een versus de kans van het ander.
De odds kunnen veranderen door nieuwe informatie. Nieuwe informatie doet wat met jouw
overtuiging.
Bayes Theorema
Posterior odds (odds na het krijgen van nieuwe informatie/ doen van de waarnemening) =
prior odds (toen de waarneming nog niet was gedaan) x bewijskracht
Theorema: rechtstreeks afleiden uit de basis wetten van de wetenschap.
- De bewijskracht van de waarneming is de update-factor om de odds mee te
vermenigvuldigen
Bewijskracht van nieuwe waarneming
De bewijskracht van een waarneming (nieuwe infroamtie)
Bewijskracht = kans op waarneming van hypothese 1 waar is / kans op waarneming als
hypothese 2 waar is
Het is de kansverhouding tussen de twee hypothese gegeven de waarneming,
Prior odds x bewiskracht = posterior odds
Prior odds en bewijskracht zijn beide belangrijk
- Prior odds – je gaat kleine prior odds vergelijken met extra grote bewijskracht om te
compenseren voor de prior odds.
- Hogere prior odds – je hebt een lagere bewijskracht nodig om posterior odds te
bewijzen
Bewijskracht: hoeveel de odds veranderen
De deskundige heeft niet alle informatie
De deskundige moet zich beperken tot de bewijskracht
De waarschijnlijkheid hangt ook af van:
- Getuigenverklaringen
- Alibi/ motief
- Vingersporen
- DNA
- Etc
Deze factoren hebben invloed om te kijken of die verdachte kans heeft op de daad. De
deskundige heeft namelijk niet kennis over de andere zaken zoals vingersporen.
Deskundige moet zich beperken tot de bewijskracht
De deskundige beschikt niet over alle informatie
- Deskundige moet zich beperken tot zijn eigen deskundigheidsgebied
- Gevaar van dubbeltelling van bewijs
- De prior en de posterior odds zijn aan de rechter
De bijdrage van deskundige
Wat hij in de weegschaal legt, wordt toegevoegd aan wat er al was; zijn bijdrage is de
verandering in gewicht, niet het totaal
- De lijn: de bewijskracht vertelt je over hoe ver je naar links of rechts schuift, niet waar
je was of waar je zal zijn, maar alleen de verschuiving.
- Bewijskracht is niet afhankelijk van de prior odds!
In het algemeen kan hij geen zekrheid geve
- Of zelfs dat de kans zo is
- Hij geeft een toename van de odds dat het zo is
o De bewijskracht van de waarneming
o De likelihood ratio
o De diagnostische waarde
o De kracht van de aanwijzing
We kunnen door het waarnemen van de overeenkomst: de kansen worden X maal groter dan
voor de waarneming. Je kan de kans op de hypothese niet geven, maar alleen de
bewijskracht.
Vergelijkend onderzoek
Dit kan je toepassen. Je het een spoor, een bepaalde waarneming. Vraag:
- Komen spoor en referentiemateriaal uit dezelfde bron of niet?
- Hypothese 1: zelfde bron
- Hypothese 2: verschillende bron
Waarneming: de mate van verschil (of overeenkomst)
- Hoe bepalen we deze waarschijnlijkheden?
- Met veel vergelijkingen voor dezelfde en voor verschillende bronnen?
Forensische methodologie
Inference of identity of source
o Komen spoor en referentiemateriaal van dezelfde bron?
Definieer een set van kenmerken om te vergelijken
Definieer een vergelijkingsalgoritme
Bepaal vergelijkingsscores voor sporen met dezelfde en verschillende
bronnen
Bereken de LR voor een vergelijkingsscore in een zaak: aanwijzing voor
herkomst zelfde bron
Wat als je die gegevens niet hebt?
- Dan kan je die waarschijnlijkheden subjectief inschatten, naar keuze kwalitatief
- Je redenering is dan juist, je kan wel discussiëren over de inschatting
- En als je helemaal geen inschatting kan maken?
- Dan kun je niets zeggen over de bewijskracht en moet je dus geen conclusie trekken.
Forensische rapportage: conclusie schalen; denkfouten
Criteria Evett
- Transparantie: laten zien waar je conclusies op baseert
o Een goed rapport moet inzicht geven
o Geen orakel of zwarte doos, maar transparant
o Duidelijk structuur (uniform): bewijsmateriaal, verkregen informatie, vraag,
methoden, resultaten, interpretatie, conclusie
- Evenwichtig: balans
o Deskundige moet onpartijdig zijn
o Sommige vragen lokken suggestieve antwoorden uit
o Misvatting: deskundige moet onafhankelijk en objectief zijn
De deskundige is afhankelijk van de vraag en het te onderzoeken
materiaal
Sommige onderzoeken zijn subjectief van aard, maar worden
onpartijdig uitgevoerd en geïnterpreteerd
- Robuustheid: laten zien dat het niet afhangt aan wie je het vraagt of op welk moment
o Reproduceerdbaarheid, analystische validiteit
o Resultaten zijn niet afhankelijk van de specifeiek deskundige o Misverstand:
Als je goed en lang genoeg onderzoekt…
Als je genoeg ervaring hebt. …
Als je zelfverzekerd genoeg bent…
- Logisch correct: een goede forensische wetenschapper wil op een wetenschappelijke,
logisch correcte manier concluderen
o Kansrekening is de uitbreiding van logica van zekere naar onzekere
gebeurtenissen
o Misvatting: forensische rapporten zullen je altijd vertellen:
De hypothese 1 of 2 waar is
De waarschijnlijkheid dat hypothese 1 of 2 waar is