CPU Renaissance concepten Flashcards

1
Q

jambe

A

zwak, sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trochee

A

sterk, zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anapest

A

zwak zwak sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dactylus

A

sterk, zwak, zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amfibrachys

A

zwak, sterk, zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sonnet

A

14 regels, 2 kwatrijnen en 2 terzinen, octaaf dan sextet, er tussen in is een volta/chute, een verandering in betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

humanisme

A

je bent een individu, de mens staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

homo universalis

A

de ideale mens, die van alle markten thuis is. Zoals Leonardo da Vinci en Constantijn Huygens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kun je lezen in dichtregels van Huygens?

A

Dat het geloof in eigen kunnen het geloof in God niet in de weg hoeft te staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

epigram

A

klassieke genre van korte gedichten met een woordspelling en boodschap, grappig met een serieuze ondertoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

embleem

A

afbeeldingen met een moralistische boodschap, eenvoudig te lezen, didactisch doel, vaak over liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

translatio

A

vertalen van klassiek werk in landstaal (beginnend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

imitatio

A

het bewerken van een klassieke werk in landstaal (intermediate)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aemulatio

A

verbeteringen aanbrengen aan de bewerking, verfraaiingen. (master)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het boodschap van Warenar

A

carpe diem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wie is de klassieke voorbeeld van Hooft

16
Q

hoe verwijst Gysbrecht van Amstel terug naar de klassieken?

A

Aenieas van Verglius

17
Q

hoe volgt vondel poetica van Aristotales

A

hoe je een verhaal moet opstellen, eenheid (unity) van plaats en tijd

18
Q

tragedie

19
Q

komedie

20
Q

hoe was Vondel een invloedrijke schrijver

A

Hij durfte tegenraads te zijn, bepaalt zijn eigen standpunt en verwoord het scherp,

21
Q

kernmerken van een tragedie

A
  1. Hoofdpersoon zondigt tegen de goddelijk wetten (zonder het te weten) en wordt daarvoor gestraft.
  2. Het verloop: motorisch moment, hoogte-diepte punt, anachronistic en catharsis.
  3. Eenheid van tijd, plaats en handeling
  4. Doel: geestelijk reiniging bij de publiek
22
Q

versvoet

A

beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in vast ritme

23
Q

slagrijm

24
gepaard rijm
aabbcc
25
gekruist rijm
abab
26
omarmend rijm
abbba
27
verspringend rijm
abcabc
28
alexandrijn
zes jamben
29
tetrameter
vier gelijke versvoeten
30
pentameter
vijf gelijke versvoeten
31
hexameter
zes gelijke versvoeten
32
verandering in beeldentaal tijdens het renaissance
niet per se religeus, klassieke goden maar ook gewone mensen, beelden/schilderijen realistisch maar wel de ideale schoonheid
33
invloed van klassieken
kennis van filo, wi, li (terug) in Europa
34
invloed van renaissance op Theater
tragedie en komedie van Romeinse authors (voorbeeld),
35
invloed van renaissance op poezie
sonnet, epigram en embleem
36
wat was het doel van een renaissancemens?
homo universalis
37
Kenmerken van Renaissance periode
wedergeboorte, terugkeer van klassieke, carpe diem, opkomst van mondiale handel, opkomst van burgerij als politieke factor