CP3 5.1 t/m 5.4 Flashcards

1
Q

Wat is warmte?

A

Warmte is energie die stroomt van voorwerpen met een hoge temperatuur naar voorwerpen een lagere temperatuur.
Uiteindelijk krijgen ze beide dezelfde temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als de temperatuur stijgt…

A

zetten de stof uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De temperatuurschaal die wij gebruiken, is die van Celsius. Hoe heeft hij dit gemaakt?

A
  • het smeltpunt van ijs, dat gaf hij aan als 0.
    -het kookpunt van water, dat gaf hij aan als 100.
    -een verdeling in 100 gelijke stukjes tussen 0 en 100 op de schaal. Elk stukje is daardoor 1 graad celcius.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bestaat een vloeistofthermometer uit, en wat zijn de functies van deze onderdelen?

A

Een vloeistof thermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis, in beide zitten gekleurde alcohol. Wanneer de temperatuur stijgt, zet de alcohol uit. Omdat de stijgbuis erg dun is, is de stijging van de vloeistof toch goed te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bestaat een digitale thermometer uit, en wat zijn de functies van deze onderdelen?

A

Warmte-sensor en afleesvenster. Door de sensor gaat een kleine elektrische stroom. Als de temperatuur verandert, verandert ook de elektrische stroom door de sensor. De grootte van de stroom bepaalt de temperatuur op het afleesvenster.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Veel warmtebronnen halen hun warmte uit de verbranding van…

A

Brandstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Brandstoffen bevatten…

A

chemische energie. In het gasfornuis wordt chemische energie omgezet in warmte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is warmte ook een vorm van energie?

A

Ja.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het slecht dat we zoveel fossiele brandstoffen gebruiken?

A

Deze fossiele brandstoffen zijn ontstaan door resten van dode planten en dieren. Het duurt miljoenen jaren voordat fossiele brandstoffen ontstaan. We gebruiken nu meer fossiele brandstoffen dan er worden gemaakt. Zo raakt de voorraad op en ontstaat er straks een tekort aan fossiele brandstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voorwaarden van een goede verbranding? (en leg uit)

A
  1. Brandbare stof – hierin zit chemische energie. Bij verbranding wordt chemische energie omgezet in warmte.
  2. De brandbare stof is op ontbrandingstemperatuur. Dit is de temperatuur waarbij de brandbare stof brandt.
  3. Voldoende zuurstof – De verbranding gaat alleen goed als er voldoende zuurstof is. Een gele vlam is minder heet dan een blauwe vlam. Bij een onvolledige branding ontstaat roet en koolstofmono-oxide. Je kunt deze gas niet zien en ook niet ruiken, maar het is wel erg giftig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe blijft een brandbare stof branden als het op ontbrandingstemperatuur is?

A

Zodra de brandbare stof brandt, ontstaat er warmte. Daardoor blijft de brandbare stof warm en blijft de verbranding doorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bestaat een cv-installatie uit? En wat zijn de functies?

A

Een cv-ketel – hierin wordt aardgas verbrand.
Een pomp — perst het water door de leidingen naar de radiatoren.
De radiatoren geven – de warmte af aan de lucht. Een buizenstelsel – stuurt water naar de radiatoren. Het afgekoelde water stroomt door buizen naar de ketel terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werken zonnepanelen?

A

Ze zetten (zon)licht om in energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt een waterpomp?

A

Het wint warmte uit de lucht of de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werken zonnecollectoren?

A

Ze gebruiken water om te verwarmen. In de zwarte buizen van de zonnecollectoren zitten een vloeistof die de warmte van de zon snel opneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is warmtetransport?

A

Het verplaatsing van warmte van een voorwerp met een hoge temperatuur naar een voorwerp met een lagere temperatuur.

17
Q

Wat is stroming (warmtetransport)?

A

Bij stroming neemt een vloeistof of gas de warmte mee. (het beweegt)

18
Q

Wat is geleiding (warmtetransport)?

A

Bij geleiding gaat de warmte door een stof zonder dat de stof van zijn plaats komt. (bv. metalen)

19
Q

Wat is de tegenovergestelde van geleiding?

A

Een slechte geleider heet isolator. (bv. kunststoffen en stilstaande lucht)

20
Q

Wat is straling (warmtetransport)?

A

Elk voorwerp zendt straling uit. (bv. de energie van de zon komt op de aarde door de lege ruimte)
Hoe warmer het voorwerp is, des te meer straling het uitzendt.

21
Q

Hoe wordt de lucht bij de radiatoren verspreid?
En hoe wordt de hele kamer warm?
(welke warmtetransporten?)

A

-Geleiding en straling.

-Warme lucht gaat stromen. De warmte lucht geeft warmte af.

22
Q

Hoe groter het temperatuurverschil tussen binnen en buiten, ….

A

hoe meer warmte er verloren gaat.

23
Q

Hoe kan je isoleren?

A

–Metalen geleiden warmte goed. Daarom moet je bij isoleren zorgen dat er geen ‘warmtelek’ aanwezig is.

23
Q

Als je wilt isoleren, moet je…

A

warmtetranspoort zo veel mogelijk tegengaan.

24
Hoe ga je stroming tegen?
Door de gassen of vloeistoffen te verhinderen te stromen. (stoffen met lucht opgesloten erin, bv. wol, piepschuim, veren.)
25
Hoe voorkom je warmteverlies door straling?
Door de straling terug te kaatsen. Straling wordt teruggekaatst door glimmende voorwerpen.
26
In het kort, hoe voorkom je warmteverlies/hoe isoleer je?
Je gaat tegen: -Straling: gebruik glimmende materialen die straling weerkaatsen. -Stroming: zorg ervoor dat gassen of vloeistoffen niet kunnen stromen. -Geleiding: gebruik materialen die slecht geleiden, zoals kunststof.
27
Wat zijn goede isolatoren?
Stoffen waarin lucht is opgesloten (glas, wol, piepschuim, glaswol en veren.) Stilstaande lucht. Glimmende voorwerpen.