Cornea degeneration Flashcards

anatomy and fysiology

1
Q

Band keratpathie

A

(Kalcium Salt): neerslag van clacium zouten in subepitheel ruimte ( direct onder het epitheel) en voorste deel bowman.
begingt perifer en naar centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Band keratopathie affect who?

A

patient with history of uveitis, interstitial keratitis, long standing glaucoma, severe injury etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ethology of band keratopathie

A

ontstaat als gevolg van een chronisch oculaire ontsteking (oedeem, uveitis, glaucome of droge ogen syndroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BK symptomen

A

het is asymptomatisch, soms tranen, fotofobie, verlaagde visus en CA gevoel. cornea opaciteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dellen

A

cornea verdunningen in het limbus gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dellen etiologie

A

slechte verspreiding van de traanfilm over het cornea oppervlak. er ontstaat dehydratie van het stroma,
* chemosis, pterygium, tumoren, post-strabismus operaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dellen symptomen

A
  • Asymptomatisch
  • irritatie
  • CA gevoel
  • Fluoresceine geeft een pooling, maar er is minimale staining
  • geen infiltraten
  • geen reacties in de VOK
  • minimale roodheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dellen DDX

A

corneale ulcer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dellen behandeling

A
  • antibiotica
  • eye patch om bevochtiging van de cornea te bevorderen
  • controle na 1-7 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Salzmann’s nodulaire degeneratie

A

ophoping van collageen in de laag van Bowman, deze duwt het epitheel omhoog en zo ontstaat er een noduli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Salzmann’s nodulaire degeneratie kenmerken

A
  • meestal ontstaat het bij of na een chronische keratitis
  • bevind zich meestal mid-perifeer van de cornea
  • soms kan deze samengaan met een bijbehorende ijzerlijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Salzmann’s nodulaire degeneratie symptomen

A
  • asymptomatisch
  • soms tranen, fotofobie, verlaagde visus en CA gevoel
  • cornea opaciteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lipide keratopathie

A

wit/geelachtige stromale neerslag, welke bestaat uit cholestrol, vetten en fosfolipiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

lipide keratopathie etiologie

A
  • primair: zeldzaam, verschijnt spontaan in een avasculaire cornea. Door chronische ontsteking en vascularisatie
  • secundair: komt meer voor, samen met corneal trauma of corneale vasculaire ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lipide keratopathie symptomen

A
  • asymptomatisch
  • soms tranen, fotofobie, verlaagde visus en CA gevoel
  • cornea opaciteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spheroidale degeneratie

A

Geelbruine granulen of nodulen perifeer of centraal

 UV straling

17
Q

Terriens marginale degeneratie

A

verdunning van de perifere superior/nasale cornea, welke een niet ontstekingsgerelateerde aandoening is

18
Q

Terriens marginale degeneratie kenmerken

A
  • verdunning begint meestal superior en verspreidt zich circulair. Het epitheel blijft in tact.
  • to zien als een fijne punctate stromale opaciteiten en gaat soms samen met een milde neovascularisatie
  • dit lijkt of een rcus lipides
  • vaak asympotamtisch
  • langzame progressie
19
Q

Terriens marginale degeneratie etiologie

A

vaak door progressieve tegen de regel astigmatisme

- ontstaat voornamelijk bij mannen van boven de 40 jaar

20
Q

Terriens marginale degeneratie symptomen

A

asymp, soms tranen, fotofobie, verlaagde visus en CA gevoel and cornea opaciteiten