Contact 9 Flashcards
1
Q
Komen: kom je?
A
Venir: tu viens?
2
Q
Willen: ik wil
A
Vouloir: je veux
3
Q
Nu
A
Maintenant
4
Q
Maar
A
Mais
5
Q
Niet,geen
A
Ne……pas
6
Q
Niet(geen) meer
A
Ne……plus
7
Q
Niets
A
Rien
8
Q
Alles
A
Tout
9
Q
Helpen
A
Aider