Configuratie Flashcards

1
Q

Wat is de doelstelling van Ouchi?

A

Inzicht geven in de oorzaak van toenemende transactie kosten als gevolg van toenemende behoefte aan monitoring om doelcongruentie tussen de werknemers en de onderneming te realiseren. Het artikel ziet toe op het realiseren van doelcongruentie omtrent de doelstellingen van de organisatie en de doelstellingen van het personeel.

In dit artikel richt Ouchi zich op drie controlemechanismen om doelcongruentie tussen individuen en organisaties te bereiken. Hierbij zoekt hij vanuit de transactiekostentheorie, naar het meeste efficiënte controlesysteem (laagste kosten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mechanismen waardoor een organisatie kan worden beheerst, zodat het beweegt in de richtlijn van haar doelstellingen volgens Ouchi? Wat zijn de bijbehorende controls?

A
  1. Markt mechanisme
    - Reciprociteit
    - Prijs
  2. Bureaucratic mechanisme
    - Reciprociteit
    - Legitiem gezag
    - Regels en toezicht
  3. Clan mechanisme
    - Reciprociteit
    - Legitiem gezag
    - Shared values / beliefs
    - Tradities en cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg de matrix van Ouchi uit aan de hand van “ability to measure outputs” en “Knowledge of the transformation process” en geef daarbij de control varianten die de voorkeur hebben.

A

High-Perfect = Markt of Buraucratie
High-Imperfect = Markt
Low-Perfect = Bureaucratie
Low-Imperfect = Clan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de doelstelling van Merchant?

A

Inzicht geven in de verschillende controls welke het management tot zijn beschikking heeft om de doelstellingen van de organisatie te waarborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg de begrippen “Management control” en “Strategic control” uit

A

Management control = Gericht op de vraag of werknemers gepast bedrag vertonen en hoe het gedrag beïnvloed kan worden. Hierbij ligt de focus op de interne omgeving van de organisatie.

Strategic control = Gericht of de geformuleerde strategie nog wel valide is in relatie tot de ontwikkelingen in de externe omgeving van de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem de vier control situaties waar een organisatie zich in kan bevinden volgens Merchant

A
  1. Good control
    Het vetrouwen dat er geen belangrijke onverwachte gebeurtenissen optreden.
  2. Out of control
    In deze situatie bestaat er een grote kans op slechte prestaties, terwijl er wel een goede strategie ligt. Mensen volgen niet de goede richting van de strategie.
  3. Perfect control
    Deze bestaat niet volgens de auteurs. Er zijn namelijk altijd onzekerheden.
  4. Optimal control
    Wordt bereikt als control losses kleiner zijn dan kosten van implementatie meer control
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem de drie oorzaken van control problemen volgens Merchant

A
  1. Lack of direction
  2. Lack of motivation
  3. Personal limitations
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vier vermijdingsstrategieën van Merchant

A
  1. Automatisering
  2. Centraliseren
  3. Risico delen (verzekeren)
  4. Elimineren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie controls die Merchant benoemd? Benoem ook de mogelijke controls.

A
  1. Action controls
    - Gedragsbeperking
    - Pre-action review
    - Verantwoordelijkheid
    - Redundantie
  2. Result controls
    - Geld
    - Promotie
    - Zekerheid
    - etc.
  3. Personal/cultural controls
    - Code of conduct
    - Werving en selectie
    - Training
    - Tone at the top
    - Collectieve prestatiebeloning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de doelstelling van Simons?

A

Empowerment leidt tot beheersingsproblemen. Het doel van Simon is het creëeren van een beheersingskader als oplossing, waarin een balans is tussen empowerment (= het verleggen van verantwoordelijkheden naar uitvoerend niveau) en interne beheersing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe omschrijft Simons ‘empowerment’?

A
  • Meer verantwoordelijkheid op uitvoerend niveau;
  • Verplatting van de organisatie;
  • Zelfsturende teams.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem de vier Levers of Control van Simons en licht toe

A
  1. Belief systems
    De belief systems dragen de kernwaarden van de organisatie uit en creëren betrokkenheid bij de missie en strategie van de onderneming onder de medewerkers. Doel: de kerrwaarden, missie en visie duidelijk maken aan de medewerkers.
  2. Boundary systems
    De boundary systems bakenen het werkterrein af en geven aan welke risico’s vermeden moeten worden. Aangeven wat medewerkers moeten doen, is slecht voor de creativiteit. Boundary systems en Belief systems zijn elkaars tegenpolen. Doel: duidelijk afbakenen van de grenzen binnen de organisatie.
  3. Diagnostic systems
    De diagnostic control systems omvatten de kritische succesfactoren en bijbehorende performance-indicatoren en geven aan hoe werk gedaan is en of er bijgestuurd moet worden. Doel: Opheffen van permanente monitoring en control door het management. Dit control system geeft aan of we dingen goed doen.
  4. Interactive systems
    De interactive controls systems maken een discussie over strategische onzekerheden mogelijk en plaatsen de onderneming in een goede positie om de toekomst aan te kunnen. Doel: een lerende organisatie creëeren om in tijden van snelle veranderingen en crisis als onderneming te overleven. Op alle niveaus in de onderneming is men in staat om permanent de omgeving kritisch in de gaten te houden, kansen en problemen te sigaleren, openlijk te communceren en alternatieve te zoeken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de doelstelling van Kaplan?

A

Het introduceren van een Balanced scorecard om de performance van een organisatie te kunnen meten, hetgeen sturing geeft aan het strategische management van een organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Boem de vier perspectieven van de BSC van Kaplan

A
  1. Financieel
  2. Klant
  3. Intern
  4. Innovatie en leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de definitie van cultuur volgens Shein?

A

Een patroon van gedeelde basisveronderstellingen dat de groep leerde, toen het zijn problemen van externe aanpassing en interne integratie oploste, dat goed genoeg heeft gewerkt om als geldig te worden beschouwd en daarom aan nieuwe leden wordt geleerd als de juiste manier om waar te nemen, te denken en te voelen m.b.t. die problemen.

Oftewel: de manier waarop we hier met elkaar omgaan. Een veel te eenvoudige defintie voor een zeer complex en moeilijk grijpbaar begrip. Dit bevat namelijk aangeleerde normen en waarden (collectieve programmering) waarop mensen hun dagelijks gedrag basseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke drie niveaus van cultuur onderkend Shein?

A
  1. Artefacten
    Bevinden zicht aan de oppervlakte en zijn zichtbaar. Bijvoorbeeld: kleding, werkuren, rituelen, eventueel ook processen binnen een bedrijf.
  2. Omarmde waarden
    Strategieën, doelstellingen en filosofieën, die breed geaccepteerd zijn. Bijvoorbeeld: waarden die gecommuniceerd worden naar de medewerkers, klanten etc.
  3. Basisveronderstellingen en waarden
    Vormen de kern van de essentie van cultuur. Deze zijn niet zichtbaar, maar bieden wel de sleutel tot het begrip waarom dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Bijvoorbeeld: hoe belissingen worden gemaakt en conflicten worden opgelost.
17
Q

Wat is de definitie van cultuur volgens Hofstede?

A

De collectieve programmering van de geest die leden van een groep of categorie mensen van anderen onderscheidt.

18
Q

Wat zijn de zes dimensies van Hofstede?

A

De culturele dimensies representeren voorkeuren van manieren van handelen die landen (niet individuen) van elkaar onderscheiden. Deze zes dimensies hebben invloed op interne beheersing.

  1. Machtsafstand
  2. Individualisme versus collectivisme
  3. Masculiniteit versus femininiteit
  4. Onzekerheidsvermijding
  5. Lange- of kortetermijndenken
  6. Terughoudendheid versus toegeeflijk
19
Q

Wat is het doel van Quin?

A

Doel van categoriseren van culturen is dat je makkelijker bedrijf kan plaatsen om zo te begrijpen wat voor cultuur er heerst en wat voor beheersingsmaatregelen er voor op moet zetten.

20
Q

Welke vier culturen noemt Quin en hoe werkt de matrix?

A

Matrix:
Links: Interne gerichtheid en integratie
Rechts: Externe gerichtheid en differentiatie
Boven: Flexibiliteit en vrijheid van handelen
Onder: Stabiliteit en beheersbaarheid

Culturen:
Familiecultuur (linksboven)
Hiërarchische cultuur (linksonder)
Adhocratiecultuur (rechtsboven)
Marktcultuur (rechtsonder)