College 2 Flashcards
1
Q
Technologisch determinisme
A
- Technologie bepaalt
- Technologische ontwikkeling is de oorzaak van elke maatschappelijke ontwikkeling
- Technologie is onafhankelijk van de maatschappij
- Lost perspectief
2
Q
Sociaal constructivisme
A
- Maatschappij bepaalt
- Technologie is volledig onderhevig aan hoe de mens ermee omgaat
- Liberated perspectief
3
Q
Sociaal realisme
A
Zit tussen technologisch determinisme en sociaal constructivisme in
4
Q
Lost perspectief
A
- Negatief over mogelijkheden CMC communicatie
- Lastig om hechte relaties op te bouwen via CMC
- Cues filtered out
5
Q
Liberated perspectief
A
- Positief over mogelijkheden CMC communicatie
- Wel mogelijkheid om hechte relaties op te bouwen via CMC
- Cues filtered in
6
Q
Sociale cues
A
- Statistische cues: verandert niet tijdens het gesprek, is wat je waarneemt (kleding, uiterlijk, haarstijl, omgeving)
- Dynamische cues: meest belangrijk voor onderzoek (gezichtsuitdrukking, stemgebruik, intonaties, houding, gebaren)
7
Q
Cue-systemen
A
- Language; wat deel je in een gesprek
- Vocalics; het geluid van je stem (toonhoogte, snelheid, kracht)
- Physical appearance; hoe iemand eruit ziet
- Kinesics; body language (open of gesloten houding, gebaren)
- Proxemics; afstand (fysieke afstand hoe ver sta je van iemand af, digitale afstand het feit dat je niet in dezelfde ruimte bent als de ander kan effect hebben op het gesprek)
- Adornments; make-up etc.
- Haptics; wel of niet aanraken van iemand
- Typographics; hoe je typt
- Chronemics; snelheid van reageren (FTF is het raar om 5min niet te reageren, online niet)
8
Q
Lost theorieën
A
- Social Presence Theory
- Media Richness Theory
- Social Context cues Theory
- Cuelessness Model
9
Q
Liberated theorieën
A
- Social Information Precessing Theory
- Hyperpersonal communication framework
- Social Identification/Deindividuation Model
10
Q
Cues filtered out
(lost)
A
- Online relaties zijn oppervlakkig, onpersoonlijk en vijandig
- CMC is asociaal en antisociaal
11
Q
Social Presence Theory
(lost)
A
- Op basis van deze theorie kun je dus de verschillende
communicatiemiddelen ranken op sociale aanwezigheid. - Naarmate er meer social presence is, is het communicatiemiddel meer
geschikt voor (inter)persoonlijke, relationele communicatie - Social presence wordt vooral
gecommuniceerd door visuele
cues (bijv. oogcontact en
gezichtsuitdrukking) - Gerangschikt van hoge social presence naar lage social presence: FTF - video conferencing - telefoon- CMC
- Gerangschikt van rijke media (zorgt voor meer social presence) naar arme media (zorgt voor minder social presence):
Skype - Whatsapp - Insta - LinkedIn - Email
12
Q
Media Richness Theory
(lost)
A
- Een framework dat communicatiemiddelen beschrijft aan de hand
van de mogelijkheid om verzonden informatie te reproduceren - Deze theorie suggereert dat CMC een beperktere bandwijdte heeft en
minder informatierijk is dan FTF communicatie
13
Q
Hoe wordt mediarijkheid bepaald?
(MRT, lost)
A
- De bandwijdte of de mogelijkheid om multiple cues te verzenden. Oftewel: de hoeveelheid cues die aanwezig zijn
- De mogelijkheid om meteen feedback te geven
- De mogelijkheid in variatie van taal
- De mate van persoonlijke focus
14
Q
Kritiek op lost perspectief
A
FTF kan ook asociaal zijn of miscommunicatie plaatsvinden
15
Q
Social Information Processing Theory
(liberated)
A
- Er worden wel degelijk impressies en relevante cues uitgewisseld via CMC, maar duurt langer dan via FTF communicatie