College Flashcards

1
Q

Verschil prosociaal gedrag en altruisme

A

Prosociaal gedrag
Is vrijwillig, maar kan vanuit egoïsme gemotiveerd zijn.

Altruïsme
Is vrijwillig en niet vanuit egoïsme gemotiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motieven evolutionaire psychologie (Darwin): Instinct en genen

A

Elk gen dat bijdraagt aan onze overlevingskansen en dat de kans op succesvolle voortplanting vergroot, heeft een grotere kans doorgegeven te worden van generatie op generatie.

Genen die onze kans op overleving verkleinen, zoals genen die levensbedreigende ziektes veroorzaken, verminderen onze kans op voortplanting en hebben daarom een kleinere kans doorgegeven te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Probleem met de evolutie theorie

A

Hoe kan het altruïsme verklaren?

Als het ons doel is om te overleven waarom zouden we dan anderen helpen ten koste van onszelf?

Genen die egoïstisch gedrag bevorderen zouden dan toch een grotere kans hebben om doorgegeven te worden? Of niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kin Selection/Verwantschapsselectie

A

Hamilton 1964

Het idee dat bij natuurlijke selectie gedrag dat verwanten (familie) helpt de voorkeur heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inclusive fitness

A

De totale kans dat iemand zijn genen doorgeeft wordt inclusive fitness genoemd

Familie helpt het vergroten van inclusive fitness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen we in geval van nood volgens Kin Selection

A

We redden eerder onze genetische verwanten dan niet verwanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wederkerigheidsnorm

A

(Trivers, 1971)

Voor wat hoort wat: De verwachting dat het helpen van anderen de kans vergroot dat ze ons in de toekomst ook zullen helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wederkerigheidsnorm en sociale uitwisseling zegt iets over

A

ENKEL PRO-SOCIAAL GEDRAG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aanhangers van sociale uitwisselingstheorie

A

denken dat mensen in hun relaties met anderen de ratio van sociale winsten ten opzichte van sociale kosten proberen te maximaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effect sociale uitwisseling op altruïsme

A

Altruïsme zou op basis van deze theorie dus niet bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Baten van hulpgedrag

A

Materiele zaken zoals een beloning of een cadeau.

Immateriele zaken zoals een compliment krijgen of een goed gevoel krijgen over jezelf.

Helpen kan ook de ‘personal distress’ opheffen die we voelen wanneer we een ander zien lijden.

Door anderen nu te helpen kunnen we meer terugverwachten in de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kosten van hulpgedrag

A

Fysiek gevaar (brand, verdrinken etc.).

Helpen kan fysieke pijn opleveren.

Schaamte wanneer het niet lukt.

Helpen vergt een tijdsinvestering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het effect wanneer de kosten te hoog zijn?

A

Het hulpgedrag neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Daniel Batson

A

1991

Empathie-altruismehypothese

EERSTE KOPPELING ALTRUISME & EMPATHIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Die motieven pro sociaal gedrag

A

Hulp als een instinctieve reactie om het welzijn van onze verwanten te vergroten (evolutionaire psychologie).

De baten zijn groter dan de kosten dus hulp is in ons eigen belang (social exchange theory).

Onder sommige condities zorgen sterke gevoelens van empathie en compassie voor onbaatzuchtig gedrag (de empathie-altruisme hypothese).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke persoonlijkheidskenmerken zijn in elk geval betrokken?

A

Hoog empathisch vermogen

Geloof in een ‘rechtvaardige wereld’

Gevoel voor sociale verantwoordelijkheid

Geloof in interne controle/self-efficacy

17
Q

Waar komt het gevoel van empathie vandaan

A

Levenstadia & hechtingsstijl

18
Q

Gevoelsblokkade zorgt voor

A

minder empathie

19
Q

Altruïstische Persoonlijkheid

A

De eigenschappen die ervoor zorgen dat een individu anderen helpt in veel verschillende situaties.

hoge score geen garantie voor hulpvaardigheid

SOCIALE CONTEXT SPEELT EEN ROL