College 1 & 2 Flashcards

1
Q

universele regel

A

afzonderlijk zijn het noodzakelijke factoren, ze zijn afzonderlijk niet voldoende om tot een conclusie te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

socialisatie beperkt en versterkt

A

disciplineert en emancipeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

socialisatie disciplineert en emancipeert

A

beperkt en versterkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Socialisatie

A

cultuuroverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verloop socialisatie

A

sociale controle, sancties, internalisatie, cultuur en normen & waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hidden Curriculum

A

dat wat niet opgeschreven staat maar we wel allemaal doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nature of nurture (crimineel gedrag)

A

de interactie tussen omgeving en genen bepaalt dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe leren mensen van elkaar?

A

imitatie, informatie,identificatie en aanwijzingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Roovers

A

naar de wereld brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rausseau

A

naar buiten brengen (bos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Immanuel Kant

A

de mens wordt pas mens door zijn opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 elementen opvoeding

A

disciplinering,cultivering,civilisatie en moralisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Abram Swaan

A

De mens moet gevormd worden om diens positie te kunnen blijven vervullen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar voor dient het socialisatieproces?

A

Affectie,sturing,kennis en bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 opvoedstijlen ( Baumrind)

A

Autoritaire opvoedstijl/ bevelhuishoudens
Autoritatieve opvoedstijl/ onderhandelingshuishoudens
Permissieve opvoedstijl/hoge tolerantie weinig controle dwang (verwaarlozend)
Laissez-Faire opvoedstijl/ op zijn loop laten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

W.E.I.R.D

A

Western,Educated,Industrialized,Rich and Democratic

17
Q

westen opvoeden

A

opvoeden vanuit macht straffen en belonen

18
Q

Nomadische volken ( SAAM)

A

Saamhorigheid
Aanmoedigen
Autonomie
Minimaal ingrijpen

19
Q

Douclef en Henrich (wem afgedreven van nomadisch opvoeden)?

A

600 voor nc: grote gezinnen en behulpzame kinderen. Trouwen met familie

tussen 600-1100 kerk legde nadruk op incest. verbod trouwen familie. huwelijks wetten , verboden trouwen met familie

1500 gezinnen lijken op die van nu
Psychologisering; ouder meet aandacht voor behoeftes en gevoelens van het kind

20
Q

Doucclef redeneert vanuit…?

A

vanuit ideologisch/cognitieve perspectief en politieke bindingen als je kijkt naar de macht van de katholieke kerk.

21
Q

verklarende maatschappelijke ontwikkeling 19e/20e eeuw en daarna

A

secularisering
post-industralistatie
differentiatie van arbeid en privé leven

22
Q

secularisering

A

het geloof heeft minder te betekenen in de maatschappij

23
Q

differentiatie (arbeid & privé-leven)

A

onafhankelijk

24
Q

post-industrialisatie

A

slimmer werken kennis werk en informatie verwerking

25
Q

voor jaren 20

A

tweeverdieners model

26
Q

institutionalisering

A

proces waarbij gedrag, praktijken of structuur geaccepteerd wordt

27
Q

de-institutionalisering

A

proces waarbij geaccepteerde structuren en normen en waarden worden afgebroken

28
Q

Historisch vergelijkend kindtijd

A

eindbeeld middeleeuw bestond amper of niet= KIND IS KLEINE VOLWASSENE GEEN SPECIFIEKE KINDERFASE

29
Q

kan MAO-enzym een rol kan spelen, om agressief gedrag te veroorzaken

A

MAO-enzym een rol kan spelen, is het niet voldoende om agressief gedrag te veroorzaken op zichzelf. Een combinatie van verschillende factoren draagt bij aan de complexiteit van menselijk gedrag, inclusief agressie.

30
Q
A