Class 2 (19 Jan) Flashcards
1
Q
Gast
A
Daaf
2
Q
Nummer
A
Ráqam
3
Q
Wat is jouw naam?
A
Ismak eeh?
4
Q
Mijn naam is
A
Ana ismi
5
Q
Ik kom uit
A
Ana min
6
Q
Waar kom je vandaan?
A
Inta/inti mneen
7
Q
Hopelijk gaat het goed?
A
Kwayyísa insallah?
8
Q
Wat betekent het?
A
Ya3ni eeh?
9
Q
Mijn naam
A
Ismi
10
Q
Jouw naam (m)
A
Ismak
11
Q
Jouw naam (V)
A
Ismik
12
Q
Zijn naam
A
Ismuh
13
Q
Haar naam
A
Ismahaa
14
Q
Jullie naam
A
Ismuku
15
Q
Hij
A
Huwwa